Plaatsing van de projector
Voor/achter
Voor ondersteboven/Achter ondersteboven
Als u projecteert vanaf het plafond of vanaf de achterkant, selecteert u
de juiste instelling voor Projectie en pas indien nodig de instelling
OSD-rotatie aan.
a
s Instellingen > Installatie > OSD-rotatie
g g Verwante koppelingen
• "Voorzorgsmaatregelen bij de installatie"
• "Projectiemodi"
pag.29
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie
Let op de volgende voorzorgsmaatregelen bij het installeren van de projector.
pag.16
Installatieruimte
Let op
Zorg ervoor dat u de volgende ruimte rond de projector laat zodat de openingen
voor het aanzuigen en uitblazen van lucht niet worden geblokkeerd.
10 cm
A
20 cm
B
30 cm
C
Let op
Installeer de meegeleverde wisselstroomadapter verder dan 30 cm van de projector.
Als de temperatuur van de wisselstroomadapter stijgt door de warmte van de
projector, werkt de projector mogelijk niet correct.
Projectieafstand
De afstand van de plaats van de projector tot het scherm bepaalt bij
benadering de grootte van het beeld. Hoe verder de projector van het scherm
staat, hoe meer de beeldgrootte toeneemt. Dit kan echter verschillen
afhankelijk van de hoogte-breedteverhouding en andere instellingen.
16