25 Ingebruikneming
3.3.2 Uitbreiding: een devolo Magic 1 WiFi-
adapter toevoegen aan een bestaand PLC-
netwerk
Voordat u de nieuwe devolo Magic 1 WiFi in uw
devolo Magic-netwerk kunt gebruiken, moet u deze eerst
via de bestaande devolo Magic-adapters met een netwerk
verbinden. Dit gebeurt door het gemeenschappelijk ge-
bruik van een wachtwoord.
Steek de devolo Magic 1 WiFi in een beschikbaar
wandstopcontact. Zodra de LED met een regelmatige
interval van 0,5 sec. wit knippert, is de adapter klaar
voor gebruik, maar is deze nog niet in een
devolo Magic-netwerk opgenomen (zie hoofdstuk
2.3.1 PLC-controlelampje aflezen).
Druk binnen 3 minuten gedurende circa 1 seconde op
de PLC-knop van een devolo Magic-adapter in uw
bestaande devolo Magic-netwerk.
Als de LED's op beide devolo Magic-adapters wit
branden, is de nieuwe adapter succesvol in het
bestaande devolo Magic-netwerk opgenomen.
Voor elke adapter die u toevoegt, moet u een afzon-
derlijke pairingprocedure uitvoeren.
3.3.3 Netwerkidentificatie wijzigen
Het is mogelijk om een netwerkidentificatie te wijzigen.
devolo Magic 1 WiFi
via de webinterface van de devolo Magic-adapter
(zie hoofdstuk 4.5 Powerline)
of
via devolo Cockpit of de devolo app. Meer informatie
hierover vindt u in het volgende hoofdstuk.
3.3.4 devolo Magic 1 WiFi in een bestaand
WiFi-netwerk integreren
Stel de WiFi-verbinding met uw laptop, tablet of
smartphone in, door de eerder genoteerde WiFi-code
als netwerkbeveiligingscode in te voeren (zie hoofd-
stuk WiFi aan/uit).
Om er voor te zorgen dat de devolo Magic 1 WiFi
dezelfde WiFi-configuratie heeft als uw WiFi-router,
kunt u de WiFi-toegangsdata met de WiFi Clone-func-
tie overnemen. Deze kan op verschillende manieren
worden geactiveerd:
WiFi Clone activeren:
WiFi Clone met een druk op de knop activeren: Druk
eerst op de WiFi-knop met het WLAN-symbool op de
voorkant van de devolo Magic 1 WiFi en aansluitend
op de WPS-knop van de WiFi-router, waarvan de toe-
gangsdata moeten worden overgenomen.
of