5.3 Hoofdschakelaar
4.
Zet de hoofdschakelaar in stand ON om
Automower
te kunnen starten.
®
Zet de hoofdschakelaar in stand OFF wanneer
u de maaier niet gebruikt of wanneer u met de
maaischijf gaat werken.
Wanneer de hoofdschakelaar in stand OFF
staat, kunnen de motoren van de maaier niet
starten.
5.4 Waarschuwingslampjes
De waarschuwingslampjes geven de status van de
maaier aan. Als alle lampjes uit zijn, staat de maaier in
ruststand. Start de maaier opnieuw, door de
hoofdschakelaar uit en aan te zetten.
5.
PIN-code:
• Het lampje brandt continu: De PIN-code is
ingevoerd en de maaier is klaar om gestart te
worden. Start de maaier door de klep dicht te
doen.
• Het lampje knippert: De PIN-code is niet
ingevoerd. Voer de PIN-code met de
cijfertoetsen in, gevolgd door de YES-knop.
6.
Accu:
• Het lampje is uit: De maaier wordt niet
opgeladen en is voldoende geladen om te
maaien.
• Het lampje brandt continu: De maaier wordt
opgeladen.
• Het lampje knippert: De maaier moet worden
opgeladen.
7.
Storingen:
• Het lampje is uit: Geen storing.
• Het lampje knippert of brandt continu: Een
storing maakt dat de maaier niet kan starten, zie
8.1 Foutmeldingen op bladzijde 41.
5. CONTROLEPANEEL
5
6
7
4
Nederlands - 33