Programmeren
3-02 Minimumreferentie
Range:
Size
[ -999999.999 -
related
par. 3-03
*
ReferenceFeed-
backUnit]
4
4
3-03 Max. referentie
Range:
Size
[ par. 3-02 -
related
999999.999
*
ReferenceFeed-
backUnit]
66
®
VLT
AutomationDrive FC 302
Functie:
Stel de minimumreferentie in. De
minimumreferentie is de laagste
waarde die wordt bepaald door de
som van alle referenties.
De minimumreferentie is alleen actief
als parameter 3-00 Referentiebereik is
ingesteld op [0] Min - Max.
De minimumreferentie komt overeen
met:
•
de configuratie van
parameter 1-00 Configura-
tiemodus: voor [1] Snelh. zndr
terugk., tpm; voor [2] Koppel,
Nm;
•
de eenheid die is
geselecteerd in
parameter 3-01 Referentie/
terugk.eenheid.
Als optie [10] Synchronisation
(Synchronisatie) is geselecteerd in
parameter 1-00 Configuratiemodus,
bepaalt deze parameter de maximale
toerentalafwijking bij het uitvoeren
van de positieoffset die is gedefi-
nieerd in parameter 3-26 Master Offset.
Functie:
Stel de maximumreferentie in. De
maximumreferentie is de hoogste
waarde die wordt bepaald door de
som van alle referenties.
De eenheid van de maximumrefe-
rentie komt overeen met:
•
De in
parameter 1-00 Configura-
tiemodus geselecteerde
configuratie: voor [1] Snelh.
zndr terugk., tpm; voor [2]
Koppel, Nm;
•
de eenheid die is
geselecteerd in
parameter 3-00 Referentie-
bereik.
Als [9] Positioning (Positionering) is
geselecteerd in
parameter 1-00 Configuratiemodus,
bepaalt deze parameter het
standaard toerental voor positio-
nering.
Danfoss A/S © 04/2016 Alle rechten voorbehouden.
3-41 Ramp 1 aanlooptijd
Range:
Functie:
Size
[ 0.01
Voer de aanlooptijd in, d.w.z. de tijd die
related
- 3600
nodig is om te versnellen van 0 tpm tot het
*
s]
synchrone motortoerental n
aanlooptijd die voorkomt dat de uitgangs-
stroom tijdens het aanlopen de in
parameter 4-18 Stroombegr. ingestelde
stroomgrens overschrijdt. De waarde 0,00
komt overeen met 0,01 s in snelheidsmodus.
Zie uitlooptijd in parameter 3-42 Ramp 1
uitlooptijd.
t
Par. . 3 − 41 =
3-42 Ramp 1 uitlooptijd
Range:
Functie:
Size
[ 0.01
Voer de uitlooptijd in, d.w.z. de tijd die nodig
related
- 3600
is om te vertragen van het synchrone
*
s]
motortoerental n
uitlooptijd zo in dat er in de omvormer geen
overspanning ontstaat als gevolg van de
generatorwerking van de motor en de
opgewekte stroom de ingestelde stroomgrens
in parameter 4-18 Stroombegr. niet
overschrijdt. De waarde 0,00 komt overeen
met 0,01 s in snelheidsmodus. Zie aanlooptijd
in parameter 3-41 Ramp 1 aanlooptijd.
t
dec
Par. . 3 − 42 =
5-12 Klem 27 digitale ingang
Option: Functie:
Selecteer een functie uit de beschikbare lijst voor de
digitale ingang.
Niet in bedrijf
Reset
Vrijloop geïnv.
Vrijloop & reset inv
Snelle stop geïnv.
DC-rem geïnv.
Stop geïnverteerd
Start
Pulsstart
Omkeren
Start omgekeerd
Start vooruit insch.
Start omgek. insch.
Jog
Ingest. ref. bit 0
Ingest. ref. bit 1
Ingest. ref. bit 2
Ref. vasthouden
Uitgang vasth.
Selecteer een
s.
s x n
tpm
acc
s
ref tpm
naar 0 tpm. Stel de
s
s x n
tpm
s
ref tpm
[0]
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
MG34Q410