O
PNAMES MAKEN EN VIDEOCLIPS OPNEMEN
A
FZONDERLIJKE OPNAMES MAKEN
I
NSTELLEN VAN DE FLITS
Voor het verkrijgen van een correcte belichting is het raadzaam bij opnames onder ongunstige lichtomstandig-
heden de flits te gebruiken. De camera biedt u vijf verschillende flitsprogramma's.In de modus Afzonderlijke
opname en in de Macromodus kunt u het flitsprogramma met de pijltjestoetsen
Aanwijzing: Bij ontoereikende verlichting en een afstand tot het object van meer dan 3 m resp. 2,5 m is het raad-
zaam een extern flitsapparaat (b.v. synchroon flitsapparaat 34CS-2 digital van de fa. Metz) te gebruiken.
Flitsprogramma
Autoflits
Autoflits
met rode
ogen-red.
Flits aan
Langdurige
synchronisatie
Flits uit
44
Functie
Bij ongunstige lichtomstandigheden wordt het flitslicht automatisch in werking gesteld.
Reduceert het door de flits ontstaande "Rode-ogen-effect".
Het flitslicht wordt bij elke opname in werking gesteld.
Om een natuurlijke belichting te bewerkstelligen wordt het flitslicht met een
lange sluitertijd in werking gesteld.
Het flitslicht is uitgeschakeld.
veranderen.