Gebruik
– Schroef met de inbussleutel de nood-
daalbout (3) in het regelblok (2) maximaal
1,5 omwenteling los.
– Draai de nooddaalbout weer vast wanneer
de last is gedaald.
– Breng de inbussleutel weer in zijn bevesti-
gingssteun aan.
– Breng de bodemplaat aan.
– Sluit de afdekking rechtsvoor.
GEVAAR
Als de heftruck met geblokkeerde regeleenheid van
het hydraulisch systeem wordt gebruikt, bestaat er
een grotere kans op ongevallen!
– Na de nooddaalprocedure moet de storing
worden verholpen.
– Informeer het geautoriseerde servicecentrum.
Veerrem uitschakelen
LET OP
Risico van beschadiging van componenten als
gevolg van geblokkeerde remmen!
Om de heftruck te kunnen wegslepen, mogen
de lamellenremmen in de wielaandrijvingen niet
geblokkeerd zijn.
– Schakel de veerrem tijdens het slepen herhaal-
delijk volgens de onderstaande tabel uit.
De machine is uitgerust met een negatief
werkende veerrem. Als de motor wordt uit-
geschakeld, blokkeren na enkele minuten de
lamellenremmen in de wielaandrijvingen. De
heftruck kan echter nog steeds worden ver-
plaatst, totdat de wielaandrijvingen blokkeren.
Om de heftruck te kunnen slepen, moet de
veerrem worden uitgeschakeld door de rem-
klep te bedienen. Anders wordt de machine
gesleept met geblokkeerde wielen.
OPMERKING
De remklep bevindt zich voor de bestuurders-
stoel onder de bodemplaat.
De koppelpen van het contragewicht kan wor-
den gebruikt als hulpmiddel om de remklep te
57348011805 [NL]
Procedure in noodsituaties
3
5
2
7341_003-015
281