Naar bekende coördinaten navigeren
1 Selecteer Waarheen? > Zoekfuncties > Coördinaten.
2 Geef de coördinaten op en selecteer
3 Volg de instructies op het scherm naar uw bestemming.
Terug naar startlocatie navigeren
Tijdens een rit kunt u op ieder gewenst moment terugkeren naar het startpunt.
1 Maak een rit
(Een rit maken,
2 Tik tijdens uw rit ergens op het scherm om de timer-overlay weer te geven.
3 Selecteer
> Waarheen? > Terug naar start.
4 Selecteer Langs dezelfde route of Meest directe route.
5 Selecteer Rijden.
Het toestel navigeert terug naar het startpunt van uw rit.
Stoppen met navigeren
1 Blader naar de kaart.
2 Selecteer
>
.
Een locatie projecteren
U kunt een nieuwe locatie maken door de afstand en peiling te projecteren vanaf een gemarkeerde locatie naar
een nieuwe locatie.
1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen locaties.
2 Selecteer een locatie.
3 Selecteer de informatie over de locatie boven in het scherm.
4 Selecteer
> Projecteer locatie.
5 Geef de afstand en de peiling op voor de geprojecteerde locatie.
6 Selecteer
.
Locaties bewerken
1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen locaties.
2 Selecteer een locatie.
3 Selecteer de informatiebalk boven in het scherm.
4 Selecteer
.
5 Selecteer een kenmerk.
Selecteer bijvoorbeeld Wijzig hoogte om een bekende hoogte voor de locatie op te geven.
6 Voer de nieuwe informatie in en selecteer
Een locatie verwijderen
1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen locaties.
2 Selecteer een locatie.
3 Selecteer de informatie over de locatie boven in het scherm.
4 Selecteer
> Verwijder locatie >
Navigatie
.
pagina 5).
.
.
7