12.2 MODELFUNCTIES (MODL)
Submenu modelgeheugen kiezen
De zender beschikt standaard over 6 modelgeheugens, alle
voorgenomen instellingen worden hier opgeslagen. Voor ver-
schillende modellen en toepassingen kunnen alle instellingen
op een comfortabele manier opgeslagen en indien nodig snel
afgeroepen worden. Voor een beter overzicht zijn de model-
plaatsen genummerd.
Nadat door gelijktijdig indrukken
van de `mode`- en `select`-toets
gedurende minstens 1 seconde,
naar
geschakeld wordt, verschijnt de
hiernaast staande displayaandui-
ding.
Het nummer van het geactiveerde model knippert. Om een
ander model te kiezen, moet de `data-invoer- toets minstens
een halve seconde ingedrukt worden, totdat het gewenste
modelnummer verschijnt. Met de `+`-toets wordt het volgende
en met de `-`-toets het vorige model gekozen. Hiermee is het
modelgeheugen kiezen afgesloten.
Door gelijktijdig indrukken van de `mode`- en `select`-toets
wordt teruggekeerd naar de basisaanduiding.
SUBMENU MODELGEHEUGEN WISSEN (REST)
Alle gegevens van een modelgeheugenplaats kunnen gewist
worden, d.w.z. het geheugen wordt teruggebracht naar de
standaard-begintoestand. Het is aan te bevelen alvorens een
nieuw model te programmeren, het geheugen te resetten (wis-
sen).
Door bediening van de select-toets
kan vanuit iedere geheugenplaats-
aanduiding naar het wissen van
gegevens omgeschakeld worden.
De hiernaast staande display-aan-
duiding verschijnt dan.
Als het gewenste modelgeheugen geactiveerd en de `select`-
toets wordt ingedrukt dan verschijnt in de display het nummer
van de geheugenplaats en de aanduiding 'CLR'. Door de data-
invoer-toets minstens 2 seconden in te drukken, zal het reset-
ten beginnen. Het maakt niet uit welke kant van de wipscha-
kelaar ingedrukt wordt.Eerst knippert `CLR. Zodra het akoes-
tisch signaal klinkt is het wissen succesvol afgerond.
Door bediening van de `select`-toets wordt teruggegaan naar
modelgeheugen-aanduiding.
Pas op
Door het wissen van een modelgeheugen worden alle instel-
lingen teruggezet naar de standaard-uitvoering. De gegevens
kunnen niet meer worden teruggeroepen. Wees daarom voor-
zichtig met de wisfunctie.
T6EXP 2,4 GHz
de
programmeermodus
SUBMENU MODELTYPE KIEZEN (ACRO OF HELI)
Om gecompliceerde modellen te kunnen besturen zijn veel
automatische koppelingen en stuurbewegingen nodig. Om
alle mogelijkheden van een computerzender zo veel mogelijk
te benutten, is het programmeren vrij uitgebreid. Om de
gebruiker dit te besparen , biedt de T6EXP-zender de mogelij-
kheid om uit voorgeprogrammeerde programma`s te kiezen.
De volgende programma`s zijn beschikbaar:
- ACRO Programma voor vleugelmodellen
- HELI
Programma voor helikoptermodellen
Ga als volgt te werk om van modeltype te wisselen:
- Met de select-toets het ÀCRO/HELI-submenu kiezen
- Kies met de data-invoer-toets het juiste modeltype voor uw
model en bevestig dit door de toets minstens 2 seconde in
te drukken.Eerst knippert het opschrift `HL`of ÀC`kort.
SUBMENU TRAINER-FUNCTIE (TRNR)
In de software is in het programma voor vleugelmodellen een
leraar-leerling-functie beschikbaar. In hfdst.9 wordt de samen-
hang uitgebreid weergegeven. In dit submenu moet deze
functie alvorens te gebruiken geactiveerd worden en indien
niet meer nodig uitgeschakeld worden.
Om de functie te activeren moet de data-invoer-toets min-
stens een halve sec. naar voren (+) om uit te schakelen een
halve sec. naar achteren(-) gedrukt worden. De gewenste
toestand is in de display af te lezen.
15
bestelnummer
F 4069
Zodra het wisselen afgerond is ,
wordt
het
nieuwe
modeltype
getoond en een akoestisch signaal
geeft aan dat alles succesvol is
afgerond.
Door de bediening van de select-
toets kan men vanuit ieder model-
geheugen , in het menu komen om
de trainerfunctie te activeren of uit
te schakelen.De hiernaast afgebeel-
de display-aanduiding verschijnt
dan.