12.11 DELTA MIXER (ELVN)
De deltamixer combineert de signalen van het rolroer en van
het hoogteroer voor de aansturing van een deltamodel of een
vliegende vleugel. Hierbij worden voor de twee gecombineer-
de rol-/ hoogteroeren twee servo`s toegepast. Bij bediening
van de hoogteroerknuppel draaien de servo`s dezelfde kant op
en bij de rolroerbediening tegengesteld.
Kan. 1
Kan. 2
rorloeruitslag
hoogteroruitslag
Na activering van de programmeer-
modus moet deze functie met de
mode-toets
den.Daarna verschijnt de hiernaast
staande display-aanduiding van de
V-staartmixer.(V_TL)
De deltamixer kan niet gelijktijdig
met de flaperonfunctie of met de V-
staartmixer
Is een van functies al ingesteld, dan
verschijnt de hiernaast staande
afbeelding. Data-invoer is pas
mogelijk na het deactiveren van
deze functies.
Door de data-invoer-toets gedu-
rende een halve seconde naar
voren in te drukken verandert het
knipperende opschrift ÌNH`naar
ÒN`. De mixer is nu geactiveerd.
Met de select-toets wordt kanaal 1
(rolroer) vastgelegd. Met de data-
invoer-toets kan de rolroeruitslag
als %-waarde van –100% tot
+100% ingesteld worden. De voo-
rinstelling bedraagt 50%.
Met de select-toets wordt dan
kanaal 2 vastgelegd. Met de data-
invoer-toets kan de uitslag van het
hoogteroer als %-waarde _100%
tot +100% ingesteld worden. De
voorinstelling bedraagt 50%
Na het afsluiten van de programmering moet de gehele func-
tie nauwkeurig getest worden. Let er hierbij in het bijzonder op
dat de servouitslag, bij gelijktijdige bediening van beide func-
ties, niet te groot en niet mechanisch belemmerd wordt.
T6EXP 2,4 GHz
De linker rolroerservo wordt
op ontvangeruitgang 1 (rol-
roer) en de rechter op kanaal
2 (hoogteroer) aangesloten.
Voor de rolroer- en hoog-
teroeruitslagen kan iedere
servo onafhankelijk ingesteld
worden.De deltamixer kan
niet gelijktijdig met de fla-
peronfunctie of met de V-
staartmixer gebruikt worden.
geselecteerd
wor-
geactiveerd worden.
12.12 FAILSAFE INSTELLINGEN (F/S)
In het geval dat er geen verbinding tussen de zender en de
ontvanger bestaat kan er uit twee alternatieven gekozen wor-
den.
1. `NOR`- (normal), of hold mode
In de ontvanger worden de laatste storingvrije pulsen in een
tussengeheugen opgeslagen en in geval van storing aan de
servo`s doorgegeven. Deze worden zolang gehanhaafd tot
er weer storingvrije signalen van de zender komen.
2. (F/S) Fail-safe-positie
Hierbij loopt de gasservo naar een door de zender voorge
programmeerde positie, die eveneens in de ontvanger
opgeslagen wordt. Standaard is de fail-safe met een waar-
de van 20% geactiveerd.
Navigeer naar het F/S-instelmenu.
In het linkerdeel van de display wordt knipperend het num-
mer van het gas-kanaal aangegeven, waar de fail-safe instel-
lingen uitgevoerd moeten worden.
Met behulp van de data-invoertoets kan gekozen worden
tussen de hold en de fail-safe modus.
Nor- (hold) modus
F/S-modus
Een pijl markeert de actieve optie.
Als voor het gaskanaal (3) fail-safe ingesteld moet worden,
positie van de servouitslag in % weergegeven.
Als de zender nu uitgeschakeld wordt neemt de gasservo
(kanaal 3) de geprogrammeerde fail-safe positie in.
Tip:
Onder bepaalde omstandigheden is het zinvol om bij model-
len de normaal-(hold) modus in te stellen.
Dan is er ook nog de "batterij-fail-safe" functie, als tenminste
de F/S functie geactiveerd is.
Zodra de spanning van de ontvanger-accu beneden een
waarde van ca. 3,8 V zakt, loopt de gasservo naar een van
tevoren ingestelde positie, zodat de piloot weet dat de ont-
vanger-accu ontladen is.
Er moet dan direkt geland worden.
Is het volledige motorvermogen voor de landing nodig, dan
kan hierover beschikt worden, als de gasknuppel korte tijd in
de statoinnair positie gebracht wordt en daarna weer gas
gegeven wordt.
Na ca. 30 seconden loopt de gasservo opnieuw terug naar
de fail-safe positie.
Deze functie geldt ook als op kanaal 3 een elektroregelaar
voor een elektromotor is aangesloten.
21
bestelnummer
F 4069
= bediening naar voren (+)
= bediening naar achteren (-)
breng dan de gasstuurknuppel in
de gewenste F/S-positie en druk
de data-invoertoets minstens 2
seconden naar beneden (-).
Door een acoustisch signaal wordt
de overname van de F/S-positie
bevestigd, in de display wordt de