Taktgeefrelais (optie)
Technische gegevens relais
Storingsmeldrelais
2
P_SI_0010_SW
Afb. 10: Toewijzing bij de pomp
Storingsmeldrelais
P_SI_0043
Afb. 11: Toewijzing bij kabel
1.
Installeer de kabel die van het taktgeefrelais afkomstig is - zie
afbeelding in hoofdstuk "Overzicht van apparaat en besturingsele‐
menten": Kabel A, links.
2.
Installeer de kabel die de printplaat taktgeefrelais van spanning
moet voorzien - zie afbeelding in hoofdstuk "Overzicht van apparaat
en besturingselementen": Kabel B, rechts.
De contacten zijn potentiaalvrij.
Bij storingsmeldrelais als verbreekcontact trekt het relais bij het inscha‐
kelen van de voeding onmiddellijk aan. In het geval van een storing valt
het dan af.
Bij storingsmeldrelais als maakcontact trekt het relais aan in het geval van
een storing.
Voor het schakelen van inductieve lasten moeten passende herstelmaat‐
regelen (bijv. RC-schakelingen) worden genomen.
Informatie
Max. spanning
3
Max. stroomsterkte
1
Verblijftijd
4
Levensduur*
* bij nominale belasting
Gedrag: zie identcode
De contacten zijn potentiaalvrij.
Pin-toewijzing
Naar pin
1
2
4
De polariteit van de kabel is willekeurig.
VOORZICHTIG!
Waarschuwing voor overbelasting
Als de stroomsterkte in het relais te hoog wordt,
kunnen het relais en de pomp door oververhitting
stuk gaan.
–
Installeer een contactverbreker.
VDE-kabel
Contact
Wit
NO (normally open)
Groen
NC (normally closed)
Bruin
C (common)
Installeren
Waarde Eenheid
250 VDC
(50/60 Hz)
2 A (ohms)
-
> 200 000 Cycli
CSA-kabel
Wit
Rood
Zwart
23