Storingen verhelpen
Foutbeschrijving
Rode LED-lampje brandt en in de weergave ver‐
„Error" en „CNTCT" .
schijnen de indicatoren
Daarbij knippert de laatstgenoemde indicator.
Rode LED-lampje brandt en in de weergave ver‐
„Error" en „FLOW" .
schijnen de indicatoren
Daarbij knippert de laatstgenoemde indicator.
Rode LED-lampje brandt en in de weergave ver‐
„Error" en „MOTOR" .
schijnen de indicatoren
Daarbij knippert de laatstgenoemde indicator.
Rode LED-lampje brandt en in de weergave ver‐
„Error" en
schijnen de indicatoren
„TEMPERATUR" . Daarbij knippert de laatstge‐
noemde indicator.
Rode LED-lampje brandt en in de weergave ver‐
„Error" en „SYSTEM" .
schijnen de indicatoren
Daarbij knippert de laatstgenoemde indicator.
Rode LED-lampje brandt en in de weergave ver‐
„Error" en „MEM" .
schijnen de indicatoren
Daarbij knippert de laatstgenoemde indicator.
12.2.2
Waarschuwingsmeldingen
Foutbeschrijving
Geel LED-lampje brandt.
52
Oorzaak
ingesteld, zijn er te veel con‐
tacten ontvangen of is er te vaak
op de toets
door is er een overflow in het
geheugen voor het aantal slagen
opgetreden!
De doseerbewaking is niet juist
aangesloten.
Doseerbewaking meldt meer
foute slagen dan in het
menu is ingesteld.
Motor kan vanwege te hoge
tegendruk niet nauwkeurig
genoeg werken.
Motor is oververhit.
Overige motorstoring.
Temperatuur in het pomphuis te
hoog vanwege te hoge buiten‐
temperatuur.
Temperatuur in het pomphuis te
hoog vanwege een te hoog
opgenomen vermogen van de
pomp.
Storing in de besturing.
Er is een overflow opgetreden in
het geheugen voor het aantal
slagen.
Oorzaak
Vloeistofpeil in de voorraadtank heeft "Vloeistofpeil
laag fase 1" bereikt.
Verhelpen
Druk op de toets
geninhoud wordt gewist.
[P] gedrukt: Daar‐
Stel de pomp nieuw in.
Sluit de doseerbewaking juist
aan.
Druk op de toets
Druk op de toets
„FLOW" -
Zoek en verhelp de oorzaak.
Verminder de tegendruk.
Druk op de toets
functie).
Controleer de omgevingstempe‐
ratuur (max. 40 °C).
Laat de motor afkoelen.
Druk op de toets
functie).
Overleg met ProMinent.
Druk op de toets
functie).
Zorg voor een lagere buitentem‐
peratuur.
Laat de pomp afkoelen.
Druk op de toets
functie).
Controleer de installatie, wijzig
deze eventueel.
Laat de pomp afkoelen.
Druk op de toets
functie).
Haal de netstekker van de pomp
uit het stopcontact en steek hem
er weer in.
Als de foutmelding nog steeds
verschijnt, stuur de pomp dan
op naar ProMinent.
Zoek de oorzaken en los het
probleem op.
Druk op de toets
rekening met de gevolgen voor
uw proces.
Verhelpen
Vul de voorraadtank bij.
[P] . De geheu‐
[P] .
[P] .
[P] (reset‐
[P] (reset‐
[P] (reset‐
[P] (reset‐
[P] (reset‐
[P] - houdt u