Inhoudsopgave
Advertenties
fig. 62
fig. 63
34
Knoper positie
De positie van de knoper kan gevarieerd worden door het
binderframe, waar knoper en touwhouder in zijn gemonteerd
te verdraaien.
Binding in beweging zetten (zie fig. 15)
Vliegwiel zo ver verdraaien totdat de knoper parallel met de
naaldsleuven is gedraaid. In deze positie moet de maat X
van
de
knoperpunt
touwgeleidingsplaat 15 – 20 mm bedragen (fig. 62)
Is de maat X niet in dit bereik, dan moet het binderframe in
het sleufgat van de bevestiging zo verschuiven zodat de
maat tussen 15 en 20 mm komt te liggen.
Bij deze gelegenheid is de positie van de sperveer eveneens
te controleren. De punt S van de sperveer 4 moet precies in
het midden van de vingerdikte van de touwgeleidingsplaat 5
liggen zoals in fig. 62 aangegeven. Eventueel kan sperveer
bijgebogen/gericht worden.
Gangbaar maken van de doorknikelementen
van de raffers
Opdat het doorknikmoment van de raffers niet overschreden
wordt na langere stilstand moeten de raffers getest worden.
Met behulp van een lange bandafnemer H (fig. 63) moet de
raffer enige malen doorgeknikt worden.
Daarbij moet de rafferkruk K, d.m.v. verdraaien aan het
vliegwiel in verticale positie worden gezet.
Met de hefboom H kan men nu door een rukbeweging in
pjjlrichting de bladveer "doorknikken" en zodanig losmaken.
Doordrukken in pijlrichting gaat tegen de bladveer
krachten in. Voorzichtigheid is geboden.
Bij het uitvoeren van deze arbeid moet stang S in middelste
positie vergrendeld zijn (witte pijl fig. 63)
Het knikmoment van de dwarsraffers moet tussen 600 en
850 Nm liggen.
Het knikmoment van de invoerraffer moet tussen 750 en 850
Nm liggen.
Daarbij moet de stang S in de klauw in het tweede gat van
onderen zijn bevestigd.
WELGER AP 530 • AP·630·• AP 730 • AP·830
tot
voorkant
vinger
van
de
Advertenties
Inhoudsopgave
