Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

6
V-TONE GMX1200H/GMX212/GMX210/GMX112/GMX110 Gebruiksaanwijzing
(5) De CHANNEL-LED geeft aan welk kanaal momenteel geselecteerd is.
(6) Met de AMP-schakelaar kun je het basisgeluid van drie verschillende
gitaarversterker-ontwerpen selecteren, die zich naar klassieke voorbeelden
oriënteren en die je beslist al van talloze opnames kent. Een glashelder,
transparant geluid met dynamische bassen heeft de TWEED-instelling je
te bieden, middentonig-agressief, met veel druk en een goed hoorbaar
doordringend vermogen gaat de BRITISH-instelling te werk. Met het rondere
en harmonischere karakter, maar met steeds een gedifferentieerde klank, is de
CALIF.(ORNIAN)-instelling bijzonder geschikt voor zingende Lead-Sounds.
(7) Met de MODE-schakelaar kies je voor één van drie mogelijke Gain-
voorinstellingen (CLEAN, HI GAIN en HOT) van het met de AMP-schakelaar
geselecteerde basisgeluid.
(8) Onder de SPEAKER-schakelaar vind je simulaties van twee
klassieke gitaarboxen: 4 x 12"-luidsprekers in gesloten behuizing
(U.K.) en 2 x 12"-luidsprekers, open (U.S.). Als extra hebben we
nog een, speciaal aan de behuizing van de V-TONE aangepaste,
frequentiekarakteristiek-correctie (FLAT) ingebouwd.
(9) Met behulp van de LOW-regelknop van het EQ-gedeelte kunnen de
basfrequenties hoger of lager worden ingesteld.
(10) De MID-regelknop stelt de middelste frequenties hoger of lager in.
(11) De HIGH-regelaar controleert het bovenste frequentiebereik.
(12) Wanneer de Tuner ingeschakeld is, geven de LED's in combinatie met het
FX-display de stemming van de aangesloten gitaar weer. De Tuner wordt
geactiveerd door langere tijd op de CHANNEL-toets te drukken (ca. 2 sec.).
(13) Het FX-DISPLAY toont òf het programmanummer van de geselecteerde
Preset, òf de waarde van de met de FX-regeling geselecteerde parameter.
(14) Met de PRESET-regeling heb je de mogelijkheid een effect-Preset tussen
"01" en "99" te selecteren. De geselecteerde Preset wordt geladen nadat je
ca. een seconde lang niets hebt veranderd.
(15) Met de IN/OUT-toets activeer c.q. deactiveer je het geselecteerde effect.
De LED boven de schakelaar licht op als het effect actief is. Met een lange
druk op deze toets kun je je eigen effectinstellingen opslaan. Het effect kan
ook met het meegeleverde voetpedaal aan en uit worden gezet.
Als de MIDI-functie uitgeschakeld is (zie Hfdst. 4), dan is
(Effects Tracking) actief, hetgeen wil zeggen dat voor elk van de twee
kanalen van de V-TONE een eigen effect kan worden opgeroepen.
FXT wordt in Hfdst. 3 precies uitgelegd.
(16) De FX-regeling bepaalt de mengverhouding tussen het originele en
het effectsignaal.
(17) De LEVEL-regelaar bepaalt het volume van het betreffende kanaal. Stel de
LEVEL-regelaar zo in, dat je de gewenste volumebalans tussen beide
kanalen krijgt.
De GMX110 heeft deze regelaar niet. Je kunt echter met ( 2 ) het volume
van het CLEAN-KANAAL in verhouding tot het MODELING-KANAAL
instellen en met MASTER (19) het totaalvolume regelen.
Bij de modellen GMX112 en GMX210 is de LEVEL-regelaar alleen in
MODELING-KANAAL 1 aanwezig. Hiermee regel je de geluidssterkte van
het kanaal in verhouding tot het tweede kanaal.
(18) De PRESENCE-regeling zorgt voor een extra verhoging c.q. verlaging van de
hoge tonen (alleen GMX212 en GMX1200H).
(19) De MASTER-regeling bepaalt het totale en het kop-telefoonvolume.
Wij willen je erop wijzen, dat hoge geluidsvolumes je gehoor en/of je
koptelefoon kunnen beschadigen. Draai alsjeblieft de MASTER-regeling
in het master-gedeelte naar links voordat je het apparaat aanzet.
Let altijd op een passend geluidsvolume.
(20) Met de POWER-schakelaar zet je de gitaarversterker aan. Deze dient in de
positie "uit" te staan, wanneer je het apparaat op het stroomnet aansluit.
Let alsjeblieft op het volgende: De POWER-schake-laar schakelt de
stroomvoorziening bij het uitzetten niet volledig uit. Trek daarom de
kabel uit het stopcontact wanneer je het apparaat gedurende langere
tijd niet gebruikt.
Bij de GMX110 zit de POWER-schakelaar aan de achterkant.

2.2 Achterkant

(21) Op deze FOOTSWITCH-bus sluit je de stereo-klinker-stekker van het
meegeleverde voetpedaal aan. Het voetpedaal heeft meerdere functies:
het schakelt heen en weer tussen twee kanalen en het zet het effect aan en
uit. Het stemapparaat (Tuner) kan ook door middel van de voetschakelaar
geactiveerd worden, door de CHANNEL-toets twee seconden lang
ingedrukt te houden.
(22) MIDI IN. Deze aansluiting zorgt ervoor dat de V-TONE met een
MIDI-afstandsbediening kan worden gebruikt. Met de afstandsbediening
kunnen effect-omschakelingen, kanaalwisselingen, effect-Bypasses via
Program Changes, parameter veranderingen en het bewerken van Presets
via Controllers worden gerealiseerd (zie ook Hfdst. 5.3 en par. 6.1).
(23) Aan de LOUDSPEAKER-aansluitingen van de GMX212 en GMX1200H kun je
twee externe luidsprekerboxen (L/R) aansluiten. De uitgangen leveren per
kanaal 60 Watt bij 8 Ω. Gebruik alleen luidsprekerboxen met een impedantie
van 8 Ω, om optimale prestaties te bereiken (zie ook hoofdstuk 5.2).
Bij gebruik van deze stekkerbus worden de interne luidsprekers uitgeschakeld.
De GMX112 en de GMX210 bezitten geen externe
luidsprekeraansluitingen. De luid sprekeraan sluiting van de GMX110
wordt hieronder (32) beschreven.
(24) Via de PHONES-stekkerbus heb je de mogelijkheid om het audiosignaal van
de V-TONE te beluisteren via een koptelefoon. Daarvoor is bijv. de BEHRINGER
HPS3000 geschikt. Zodra de PHONES-aansluiting wordt gebruikt, worden de
interne luidsprekers en de luidsprekeruitgangen uitgeschakeld.
(25) Signalen die bij de SLAVE IN-bussen binnenkomen, worden direct naar de
eindtrap van de V-TONE gestuurd. Zo kun je een externe gitaarversterker
of Modeling Amp (bijv. V-AMP 2 of V-AMP PRO) aansluiten en de interne
voorversterker omzeilen.
De GMX110 en de GMX112 bezitten geen SLAVE IN-bussen.
(26) Bij de TAPE-uitgangen (cinch) kun je het stereosignaal van de V-TONE
aftakken, bijv. om het op te nemen.
(27) Bij de TAPE-ingangen (cinch) kan er een extra stereosignaal in de V-TONE
worden ingevoerd. Op deze manier kun je bijvoorbeeld met een drum
computer of een playback (CD- of MC-speler) meespelen.
(28) Bij de LINE-uitgangen kun je het stereosignaal van de V-TONE aftakken
om het op te nemen of naar een P.A. door te sturen. Deze uitgang is
onafhankelijk van de MASTER-regeling en geeft niet het AUX-signaal
weer. Bovendien is de frequentiekarakteristiek ervan gecorrigeerd
(Speaker Simulation).
De GMX110 en de GMX112 bezitten geen LINE-uitgangen.
(29) Met de AUX IN-regeling bepaal je het volume van het via de AUX IN-bussen
ingevoerde signaal (bijv. Drum Computer, Playback).
Bij de modellen GMX110 en GMX112 heet deze regelaar TAPE INPUT.
Hij regelt de geluidssterkte van het in de TAPE IN ingevoerde signaal.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

V-tone gmx212V-tone gmx210V-tone gmx112V-tone gmx110

Inhoudsopgave