CONTROLEER
- Zet de onderhoudskruk op zijn plaats,
- Verwijder de accukap
- Controleer of er geen olie lekt uit de motor en de draaimotor van de bovenwagen
- Verwijder de vuldop
- Reinig de peilstok op de vuldop met een propere doek en steek hem terug.
- Verwijder de vuldop. Het peil is OK als de olie zich tussen de 2 markeringen
B
en
bevindt.
- Als het peil laag is:
• Voeg olie toe tot het correcte niveau is bereikt,
BRANDSTOF.
• Plaats de aftapplug terug.
- Als het peil correct is:
• Plaats de aftapplug terug.
1
- Breng de accukap
- Verwijder de onderhoudskruk,
CONTROLEER
- Controleer of de noodcommando's naar behoren werken (
Oliepeil van de draaimotor van de bovenwagen
OCCASIONELE WERKING.
1
.
3
.
weer aan.
OCCASIONELE WERKING.
Het gebruik van de hoogwerker in geval van een storing is verboden.
SMEERMIDDELEN EN
BELANGRIJK
2 - BESCHRIJVING: REDDINGSPROCEDURE).
3 - 30
2
.
A
1
2
3
A
B
Noodbedieningen
3