OPTIES
1 - GENERATOR
Sluit geen verlengsnoeren, stroomkabels of meerdere stopcontacten aan op het stopcontact in de mand.
Bij het starten van de generator kunnen overspanningen optreden.
De verbrandingsmotor moet gestart zijn om de generator te activeren.
- De knop van generator
- Een elektrisch apparaat op het elektrisch contact in de mand aansluiten.
- De knop van generator indrukken en loslaten om de generator te stoppen.
OPMERKING:
• Generator 110 V / 3,5 kW: 1 stopcontact (UK) van max. 110 V / 16 A.
• Generator 220 V / 3,5 kW: 1 stopcontact van max. 220 V / 16 A.
• Generator 220 V / 5 kW: 2 stopcontacten, elk van max. 220 V / 16 A.
De generator is uitgerust met een stroomonderbreker om deze te resetten:
- De knop van generator indrukken
- De kap van de toren links openen.
- Lokaliseer de contactsluiter
- In de stand AAN duwen.
Resultaat:
• De contactsluiter moet in de positie AAN blijven, de indicator
- De knop van generator indrukken en loslaten om de generator te starten.
- Controleer of de contactsluiter in de AAN-stand blijft en of de indicator groen is.
- Sluit de bovenwagenkap links.
OPMERKING: Raadpleeg onderhoudspersoneel als de stroomonderbreker niet goed
werkt.
2 - RIJRICHTING "DRIVE ENABLE"
Altijd de kleuren van de pijlen op het chassis raadplegen en op het bedieningspaneel in de kooi alvorens
met de hoogwerker te rijden en deze te besturen.
Het alarmlampje richting bovenwagen
dan 90° bedraagt (naar links of rechts) ten opzichte van de neutrale positie.
Het gaat branden als de hoek van de bovenwagen meer dan 90° bedraagt (naar links of
rechts) ten opzichte van de neutrale positie, de rij-/stuurfuncties worden dan vergrendeld.
- Om de rij-/stuurfunctie te ontgrendelen:
• De richtknop bovenwagen
Resultaat: Het alarmlampje
zolang het knippert.
• Met de hoogwerker rijden/sturen met behulp van de rij-/stuurhendel.
OPMERKING: Het alarmlampje gaat branden als de bedieningshendel niet wordt
gebruikt gedurende de volgende 5 seconden.
OPMERKING: De waarschuwingstoon is 2 keer te horen als het alarmlampje brandt
en geprobeerd wordt om te rijden.
BELANGRIJK
1
indrukken en loslaten om de generator te starten.
1
en loslaten om de generator te stoppen.
2
op de generator
BELANGRIJK
1
is uit als de hoek van de bovenwagen minder
2
indrukken en weer loslaten.
1
knippert. De rij-/stuurfuncties zijn geactiveerd
3
moet groen zijn.
2 - 66
1
2
3
1
2