Inhoudsopgave
Advertenties
MSA
3
.5.3 Normale kalibratie
E
en normale kalibratie omvat een "nul" en "span" zoals beschreven in de
v
olgende procedures.
Indien de gebruiker kiest om enkel een "nul" uit te voeren, dan moet hij de
ZERO-knop in plaats van de CALIBRATE of CAL-knop indrukken zoals
beschreven in Stap 8.
Voor zuurstofunits, ga verder bij Stap 8.
N
ulinstelling
M
et gebruik van Nulgascilinder:
(1
) Bepaal de positie van de nulgascilinder en de debietregelaar van de
kalibratiekit.
(2) Schro
ef de debietre
(3) Bepa
al de positie van het leidingsamenstel in de kalibratiekit.
(4) Dru
k
het kleinere uiteinde van het leidingsamenstel over de gasuitlaat van
de de
bietregelaar en verzeker dat de leiding de gasuitlaat in zijn geheel
bedek
t.
(5
) Indien Cal-kit 40 wordt gebruikt, sluit dan
leiding op de SensorGard inlaat aan.
B
ij gebruik van Cal Kit 41 (of Cal Kit 40 bij de ULTIMA XIR), bepaal dan de
p
ositie van de Cal-Kap met een opening voor de leiding en druk vervolgens
de leiding door de opening in de bodem van de kap.
Verbin
kalibr
atiekap over de gehele detect
De kalibratiekap (P/N 10041533) voor de
h t product geleverd en is niet bijgesloten in de kalibratiekit.
e
(6) Schakel de gasstroom in met de knop op de debietregelaar.
(7)
Richt de Controller/Calibrato
druk de Controller/Calibrator CAL/CALIBRATE-knop in.
Het schermt toont:
- Een aftelling van 30 tot 0 seconden en
-
Het nul of kalibratieproces kan altijd worden geannuleerd tijdens de
a
ftelling van 30 seconden; druk op de ZERO, CAL of ADDRESS-knop
op de Controller/Calibrator terwijl op de unit wordt gericht.
De aftelling van 30 seconden wordt bij zuurstofunits overgeslagen. Deze
worden namelijk elektronisch op nu
NL
gelaar aan de nulgasfles.
d daarna het einde van de leiding met de detectorinla
APPLY ZERO GAS
Calibrator en Controller
ook het andere uiteinde van de
orinlaat ( Fig. 11).
r op het ULTIMA/ULTIMA X Transmitter LCD en
.
l ingesteld.
KALI
at en druk de
ULTIMA XIR wordt samen met
BRATIE
27
Advertenties
Inhoudsopgave
