Inhoudsopgave
Advertenties
Afbeelding 5
1. Afdekpaneel
3.
Verwijder de peilstok/dop van de vulpijp en veeg
hem schoon met een schone doek. Steek de
peilstok/dop in de vulpijp, haal hem er vervolgens
weer uit en controleer het oliepeil.
Afbeelding 7
1. Peilstok/vuldop
4.
Indien het oliepeil niet binnen 3cm vanaf de
FULL/VOL-markering staat, moet u SAE 10W-30
motorolie bijvullen om het peil tot aan de
FULL/VOL-markering te brengen. Vul niet teveel
olie bij.
5.
Draai de peilstok/vuldop weer vast op de vulpijp.
6.
Laat de motor een minuut lang lopen, controleer het
oliepeil opnieuw en vul meer olie bij indien nodig.
HET CONTROLEREN VAN DE
BANDENSPANNING
De correcte bandenspanning voor de voor- en achter-
banden is 84-124 kPa.
HET SMEREN VAN DE LAGERS
EN LAGERBUSSEN
De smeerpunten van de tractie-eenheid en de maai-
eenheid dienen gesmeerd te worden met Nr. 2 smeervet
op lithiumbasis voor algemene doeleinden.
HET CONTROLEREN VAN HET
CONTACT TUSSEN MESSENKOOI
1
EN SNIJPLAAT
Controleer dagelijks vóór gebruik het contact tussen de
messenkooi en de snijplaat. Er dient over de gehele
lengte van de messenkooi en de snijplaat licht contact te
zijn. Zie Het uitlijnen van de snijplaat aan de hand van
de messenkooi
1
Afbeelding 7
1. Stelknop snijplaat
Voor het gebruik
13
Advertenties
Inhoudsopgave
