A
B
C
G
F
E
WEERGEGEVEN INFORMATIE
A Waarschuwing
"Minimumbrandstofni-
veau"
B Controlelampje "STOP"
C Controlelampje "ESP"
D Navigatie-aanwijzingen
E
Controlelampje "SERVICE"
F
Controlelampje Grootlicht
G Rijsnelheid
Raadpleeg "Controlelampjes" voor de bete-
kenis van de geprojecteerde informatie.
Opmerking: het navigatiesysteem geeft
de gewenste richting aan door het knip-
peren van het pijltje op de voorruit. Zie het
NaviDrive-boekje.
HEAD-UP DISPLAY
Weergeven van informatie uit-
schakelen:
•
Druk op toets 4.
•
Verdaai de knop 1 om de informatie die
u wilt uitschakelen, te selecteren.
•
Druk op toets 1.
D
De informatie knippert en zal daarna niet
meer weergegeven worden.
Druk nog een keer op de toets 4 om de
selectiefunctie te verlaten.
Let op: u kunt de informatie over de rij-
snelheid en de controlelampjes "STOP" en
"ESP" niet uitzetten.
Weergeven van informatie inscha-
kelen:
•
Druk op toets 4.
•
Verdraai de knop om de knipperende
informatie te selecteren die u op de
voorruit wilt laten projecteren.
•
Druk op toets 1.
De informatie knippert niet meer; deze zal
nu op de voorruit geprojecteerd worden.
Druk nog een keer op de toets 4 om de
selectiefunctie te verlaten.
Let op: de instellingen van de head-up dis-
play blijven behouden als u het contact afzet.
Als er iemand anders met de auto gaat rij-
den, moet de nieuwe bestuurder de instel-
lingen naar eigen voorkeur aanpassen .
ADVIES
•
De kwaliteit van de voorruit is bepa-
lend voor de weergavekwaliteit van de
head-up display. Als de ruit vervangen
moet worden, laat dat dan door een
CITROËN erkend bedrijf doen.
•
Leg geen voorwerpen op of in de uit-
sparing op het dashboard voor de pro-
jector van de head-up display.
•
Maak de ruit schoon met een niet-kras-
sende, schone doek.
Verander de instellingen van
het systeem alleen als de auto
stilstaat.
13
I