I
18
MISTLICHTEN VOOR EN ACHTER
(RING C)
Inschakelen
Als het dim- of grootlicht aanstaat:
Draai de ring C van u af.
Mistlampen vóór aan
Draai de ring C van u af.
Mistlampen vóór en achter aan
Uitschakelen
één stand van u af draaien: mistlampen uit.
twee standen van u af draaien: koplampen en mistlampen uit.
Let op: de mistachterlichten mogen alleen bij mist of sneeuwbuien (zicht minder dan 50 meter)
gebruikt worden.
SIGNALERING
C
Als in de mist de verlichting niet automatisch aangaat, bijvoorbeeld omdat het niet
donker genoeg is, moet u zelf het dimlicht en de mistlampen aanzetten
APPÈLVERLICHTING
Als de motor draait, wordt de verlichting
automatisch ingeschakeld:
•
mits deze functie in het hoofdmenu is
geactiveerd. Zie "Multifunctioneel dis-
play".
•
indien de lichtschakelaar op 0 staat en
alle verlichting uit is.
In combinatie met de appèlverlichting gaan
ook de parkeerlichten branden (afhankelijk
van de uitvoering).