Inbedrijfstelling
Menupunt
Omschrijving
Taal
Stel de taal in. Op Verder tikken.
Datumformaat
Datumformaat instellen. DD.MM.JJ, MM/DD/JJ
-of-
JJ-MM-DD selecteren. Kies Verder om de configura-
tie voort te zetten.
-of-
Kies Terug om terug te keren.
Datum
Stel datum in. Kies Verder
om de configuratie voort te zetten. -of-
Kies Terug om terug te keren.
Tijd
Tijd instellen. Kies Verder om de configuratie voort te
zetten.
-of-
Kies Terug om terug te keren.
Installatie con-
Controleer of de toebehorenmodules en de kamer-
troleren
temperatuursensoren geïnstalleerd en in werking
zijn. Kies Verder om de configuratie voort te zetten.
-of-
Kies Terug om terug te keren.
Configuratieas-
Systeemanalyse starten. De besturing van de warm-
sistent
tepomp voert een doorloop uit van de installatie en
het geïnstalleerde toebehoren: om de systeemanaly-
se te starten, selecteert u Ja.
-of-
Kies Nee om naar het configuratiemenu terug te ke-
ren.
Land
Land instellen. Kies Verder om de configuratie voort
te zetten.
-of-
Kies Terug om terug te keren.
Min. buiten-
Laagst mogelijke dimensioneringstemperatuur in-
temp.
stellen. Daarbij gaat het om de laagste gemiddelde
buitentemperatuur in de betreffende regio. De in-
stelling komt overeen met het punt, waarop de
warmtebron de hoogste aanvoertemperatuur be-
reikt, en heeft dus invloed op de steilheid van de
stooklijn.
[-15...-50] °C. Kies Verder om de configuratie voort
te zetten.
-of-
Kies Terug om terug te keren.
Installatiebuffer-
Kies Ja wanneer in de installatie een bufferboiler is
vat
geïnstalleerd. Kies anders Nee. Kies Verder om de
configuratie voort te zetten.
-of-
Kies Terug om terug te keren.
Bypass geïnstal-
Deze optie wordt getoond als de installatie geen buf-
leerd
ferboiler heeft. Kies Ja wanneer in de installatie een
bypass is geïnstalleerd. Indien niet, Nee selecteren.
Kies Verder om de configuratie voort te zetten.
-of-
Kies Terug om terug te keren.
Constanttemp.
Kies Ja, wanneer de warmtepomp met constante
warmtep.
temperatuur moet werken. Kies anders Nee. Kies
Verder om de configuratie voort te zetten.
-of-
Kies Terug om terug te keren.
Zekering
Stel de hoofdzekering in waarmee de warmtepomp is
beveiligd.
16 A | 20 A | 25 A | 32 A. Kies Verder om de configu-
ratie voort te zetten.
-of-
Kies Terug om terug te keren.
4
Menupunt
Omschrijving
Bijverwarming
Kies welk type bijverwarming wordt gebruikt.
Geen | El. bijverw. | Bivalent altern.bedrijf | Bivalent
parallel bedrijf | Kostenopt hybr.bedr. Kies Verder
om de configuratie voort te zetten.
-of-
Kies Terug om terug te keren.
Inbouwsituatie
Selecteer het type huis waarin de installatie zich be-
vindt. Eengezinswoning | Meergezinswoning. Kies
Verder om de configuratie voort te zetten.
-of-
Kies Terug om terug te keren.
CV-systeem CV1 Stel het type warmteverdeling in cv-circuit 1 in.
Radiator | Convectoren | Vloerverw. Kies Verder om
de configuratie voort te zetten.
-of-
Kies Terug om terug te keren.
CV-systeem type
Maximale aanvoertemperatuur voor cv-circuit 1 in-
CV1
stellen en bevestigen.
Radiator: [30...65...85] °C
Convectoren: [30...65...85] °C
Vloerverw:
[30...40...60] °C
Om de configuratie voort te zetten, Verder kiezen
-of-
Om terug te keren, Terug kiezen.
Dimensione-
Gedimensioneerde aanvoertemperatuur voor cv-
ringstemp. HK1
circuit 1 instellen en bevestigen.
Kies Verder om de configuratie voort te zetten.
-of-
Kies Terug om terug te keren.
Wanneer in de cv-installatie meerdere cv-circuits aanwezig zijn, deze
gelijk aan cv-circuit 1 configureren.
Warm water
Type warmwaterbereiding instellen. Nt geïnstalleerd
| Warmtepomp | Drinkw.
Warm water
Type boiler instellen. Nt geïnstalleerd | Spiraaltank |
Vers water buffervat bovenste inlaat | Vers water buf-
fervat middelste inlaat | Vers water buffervat middel-
ste inlaat
Systeemanalyse De configuratieassistent is succesvol beëindigd. In-
stellingen opslaan en naar hoofdscherm overgaan of
met andere instellingen doorgaan?. Opslaan en slui-
ten kiezen, wanneer de configuratie is afgerond.
-of-
Detailinstellingen kiezen, om uitgevoerde instellin-
gen te controleren of te veranderen resp. om aanvul-
lende instellingen uit te voeren.
1) Wanneer meerdere cv-circuits zijn geïnstalleerd, volgen na deze actie de
instellingen voor de overige cv-circuits.
Tabel 1 Configuratieassistent
3.2
Overige instellingen voor de inbedrijfstelling
Wanneer functies zijn uitgeschakeld, worden niet benodigde menupun-
ten niet meer getoond.
Sla na afronding van de inbedrijfstelling altijd alle instellingen op. Tik
daarvoor in het servicemenu op Installateurinst. opslaan.
3.2.1
Belangrijke instellingen voor het verwarmingsbedrijf
In de regel worden alle relevante instellingen tijdens de inbedrijfstelling
uitgevoerd. Indien nodig kunnen echter in het verwarmingsmenu nog
aanvullende instellingen worden gecontroleerd of veranderd.
▶ Controleer de instellingen in het menu voor cv-circuit 1 ...4.
– Stooklijn CV1 overeenkomstig de installatievoorwaarden instel-
len.
1)
UI 800 – 6721832734 (2022/10)