Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bosch UI 800 Installatiehandleiding pagina 9

Verberg thumbnails Zie ook voor UI 800:
Inhoudsopgave

Advertenties

Menupunt
Omschrijving
▶ Verw.
– Stooklijn CV1. Buitentemperatuur geregeld
-of-
met aanvullende Buitentemperatuur met
voetpunt
-of-
Kamergestuurd kiezen.
– Max. temp. cv-groep1. [30...40...60] °C. In-
stellen maximale aanvoertemperatuur voor
het radiatorbedrijf.
– Max. temp. cv-groep1. [30...65...85] °C. In-
stellen maximale aanvoertemperatuur voor
het radiatorbedrijf.
– Min.debiet - Uit
-of-
Aan kiezen. Wanneer een constante aanvoer-
temperatuur wordt ingesteld, die hoger is dan
45 °C, kan dit de levensduur van de warmte-
pomp beïnvloeden.
– Stooklijn CV1. Menu voor instellen van de
stooklijn.
– Kamerinvloed CV13...10]: Deze factor be-
paalt, hoe sterk de gemeten kamertempera-
tuur de aanvoertemperatuur door
parallelverschuiving van de stooklijn mag be-
ïnvloeden. Hoe hoger de ingestelde waarde,
hoe meer er rekening mee wordt gehouden
en hoe groter de invloed ervan.
– Zonne-invloed. Deze factor kan de invloed
van zonnestraling compenseren.
Kies Uit om de invloed van zonnestraling niet
te compenseren.
-of-
Kies Aan om de compensatie te activeren.
[Uit...-5...-1] K.
– Offset ruimtetemperatuur[-5...0...+5] K. In-
stellen van de temperatuur, wanneer de actu-
ele temperatuur te laag of te hoog wordt
bevonden.
– Vorstbescherming Kies Ja om te activeren.
-of-
Kies Nee om te deactiveren.
– Vorstbev. grenstemp.. [-20...+5...+10] °C.
Kies bij welke temperatuur de vorstbescher-
ming moet worden geactiveerd.
– Doorverwarmen onder.
Kies Ja voor activeren.
-of-
Kies Nee om te deactiveren.
[Uit...-30...+10] °C. Instellen vanaf welke
temperatuur het tijdprogramma moet wor-
den overstuurd.
UI 800 – 6721832734 (2022/10)
Menupunt
Omschrijving
▶ Zo/wi omschakeling CV1
– Bedrijfsmodus.
Kies Auto voor het automatisch omschakelen
tussen zomer- en winterbedrijf.
Kies voor het continubedrijf van de verwar-
ming Verw..
Kies voor het continubedrijf van de koeling
Koeling.
– Cv-bedrijf tot.
[10...18...30] °C. Kies, bij welke tempera-
tuur moet worden omgeschakeld tussen zo-
mer- en winterbedrijf.
– Temp.versch. direct start.
[0...4...10] K. Kies bij welk temperatuurver-
schil het winterbedrijf direct moet starten.
– Zomerbedrijfvertr.. [1...3...48] h.
Vertraging voor het omschakelen naar zomer-
bedrijf kiezen.
– Cv-bedrijfvertr..
[1...3...48] h. Vertraging voor het omscha-
kelen naar verwarmingsbedrijf kiezen.
– Koelbedrijf af.
[18...23...35] °C. Kies bij welke temperatuur
de koelmodus moet worden geactiveerd.
– Koel act.vertraagd.
[1...48] h. Vertraging voor het omschakelen
naar koelmodus kiezen.
– Koel deact.vertraagd.
[1...48] h. Vertraging voor het omschakelen
naar koelmodus kiezen.
▶ Koeling
– Ruimtetemp.sch.versch..
[1...10] °C. Schakeldifferentieel voor de ka-
mertemperatuur instellen.
– Dauwpunt.
Wanneer de dauwpuntbewaking niet wordt
gebruikt Uit kiezen.
-of-
Kies Aan wanneer de dauwpuntbewaking
wordt gebruikt.
– Dauwpunt temp.verschl.
[2...3...10] K. Schakeldifferentieel voor de
dauwpuntbewaking instellen.
– Min.aanv.m.vochtsensor.
[7...10...35] °C. Minimale temperatuur voor
het gebruik met vochtsensor instellen.
– Min. aanv..z.vochtsensor.
[7...17...35] °C. Minimale temperatuur voor
het gebruik zonder vochtsensor instellen.
Tabel 7 Warmtepompinstellingen
Servicemenu
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave