[Auto]
Selecteer deze optie als u het scanformaat van het
origineel automatisch wilt detecteren.
[Standaard]
Selecteer deze optie wanneer u een ander
standaardformaat gebruikt dan dat van het
origineel.
[Aangepast]
Selecteer deze optie om te kiezen uit niet-
standaard papierformaten die vooraf door de
beheerder zijn geregistreerd.
[Handmat.]
Geef het niet-standaard papierformaat op dat niet
is geregistreerd.
1
Raak [Scanformaat] aan.
Het scherm [Scanformaat] wordt weergegeven.
2
Geef het scanformaat van de
originelen op.
Om een niet-standaard formaat te gebruiken dat
niet is geregistreerd, raakt u [
scherm [Handmat.] om waarden in te voeren.
U kunt het getal ook invoeren met behulp van de
numerieke toetsen.
3
Raak [OK] aan.
Origineelrichting
[Bov.z. boven]
Selecteer dit wanneer u het origineel plaatst met
de bovenzijde van het origineel naar de achterzijde
van de glasplaat of de ADF gericht.
[Bov.z. links]
Selecteer dit wanneer u het origineel plaatst met
de bovenzijde van het origineel naar de linkerzijde
van de glasplaat of de ADF gericht (zodat de tekst
van het origineel zijdelings staat).
1
Raak [Origineelrichting] aan.
Het scherm [Origineelrichting] wordt weergegeven.
2
Selecteer de origineelrichting.
3
Raak [OK] aan.
Geef de combinatie van de zijden van het te
scannen origineel op en de zijden van het papier
waarop moet worden gedrukt.
[Enkelz. -> enkelz.]
Eén zijde van het origineel wordt gescand en op
een enkele zijde van het papier afgedrukt.
[Enkelz. -> dubbelz.]
Eén zijde van het origineel wordt gescand. De
gescande gegevens worden op beide zijden van
het papier afgedrukt.
[Dubbelz. -> dubbelz.]
Beide zijden van het origineel worden gescand en
op afzonderlijke zijden van het papier gekopieerd.
[Dubbelz. -> enkelz.]
De gescande gegevens van de twee zijden worden
op een enkele zijde van twee afzonderlijke bladen
papier gekopieerd.
[Pagineringricht]
Geef op of de pagina's rechts/links of
] of [
] aan op het
boven/beneden worden geopend.
[Origineelrichting] (p.65 "Origineelrichting")
Aan de hand van een voorbeeld waarbij gescande
gegevens van een enkele zijde van het origineel
op beide zijden van het papier worden gekopieerd,
wordt hieronder uitgelegd hoe u de combinatie van
scan- en afdrukzijden moet instellen.
1
2
3
4
Dubbel/ Enkel
Raak [Dubbel/Enkel] aan.
Het scherm [Dubbel/Enkel] wordt weergegeven.
•
Als het scherm [Bevestigen] verschijnt, stelt u de
origineelrichting in op [Bov.z. boven] of [Bov.z.
links].
Raak [Enkelz. -> dubbelz.] aan.
Geef [Pagineringricht] op.
Raak [OK] aan.
Gebruikershandleiding ComColor GL-serie
Instellingen kopiëren
65
1