Hoofdstuk 1 Kopiëren
8
Raak [OK] aan.
De datumstempel configure -
^
^
ren
1
Raak [Stempel] aan.
Het scherm [Stempel] wordt weergegeven.
2
Raak [Datum] aan.
3
Geef de afdrukpositie op.
^
^
•
U kunt verschillende soorten stempels
niet afdrukken op dezelfde positie. Als de
pijl voor het configureren van de
afdrukpositie grijs wordt weergegeven en
niet kan worden geselecteerd, moet u een
andere positie kiezen.
4
Geef de tekstgrootte op.
Raak [
] of [
kunt ook het tekstvak voor [Tekstgrootte] aanraken
en een grootte invoeren via het numerieke
toetsenbord.
5
Stel de optie voor transparantie in.
6
Stel de optie voor toegepaste
pagina in.
7
Stel de te stempelen datum in.
Om een datum naar keuze op te geven, raakt u
[Datum opgev.] aan en ook het invoerscherm dat
wordt weergegeven om de datum in te stellen.
U kunt het getal ook invoeren met behulp van de
numerieke toetsen.
8
Raak [OK] aan.
De tekststempel configureren
^
^
1
Raak [Stempel] aan.
Het scherm [Stempel] wordt weergegeven.
2
Raak [Tekst] aan.
72
] aan om de grootte op te geven. U
^
^
•
U kunt het lettertype niet wijzigen.
3
Configureer de afdrukpositie.
^
^
•
U kunt verschillende soorten stempels
niet afdrukken op dezelfde positie. Als de
pijl voor het configureren van de
afdrukpositie grijs wordt weergegeven en
niet kan worden geselecteerd, moet u een
andere positie kiezen.
4
Geef de tekstgrootte op.
Raak [
] of [
] aan om de grootte op te geven. U
kunt ook het tekstvak voor [Tekstgrootte] aanraken
en een grootte invoeren via het numerieke
toetsenbord.
5
Stel de optie voor transparantie in.
6
Stel de optie voor toegepaste
pagina in.
7
Configureer de tekst die moet
worden afgedrukt.
8
Raak [OK] aan.
Paginarand
Met deze optie wordt een lijn toegevoegd in de
marge van het papier.
•
Ook als deze optie wordt gebruikt met
^
^
[Combineren] of [Beeld herhalen] wordt de
rand op alle kopieerbladen afgedrukt, niet per
pagina van het origineel.
•
De randen worden over de originele gegevens
gedrukt. Als een afbeelding in het
afdrukgebied van de rand komt, wordt een
deel van de afbeelding mogelijk niet afgedrukt.
•
Wanneer [Kleurmodus] is ingesteld op [Zwart],
[Cyaan] of [Magenta], worden niet-
selecteerbare kleuren grijs weergegeven.
(p.62 "Kleurmodus")
•
Door een rand af te drukken op zwart-witte
kopieën kunnen posters en tekens opvallen.
Gebruikershandleiding ComColor GL-serie