16.
Kalibreren van de toestandsensor
Als de quadrocopter niet rustig ter plaatse zweeft, maar voortdurend in een richting vliegt, kan dat met de trimming
worden gecorrigeerd. Als de trimming daarvoor zeer ver verplaatst moet worden, kan het nodig zijn om de toestand-
sensoren in het model opnieuw te kalibreren.
U gaat hiervoor als volgt te werk:
Schakel nu eerst de zender in en vervolgens de quadro-
copter.
Zet de startklare quadrocopter dan op een effen, horizon-
taal oppervlak.
Beweeg vervolgens beide stuurknuppels van de zender in
telkens de linkeronder hoek en houd beide stuurknuppels
in deze positie vast.
Na enkele seconden knipperen de rode en groene LED's
van de quadrocopter meermaals op en geven zo de suc-
cesvolle kalibrering van de toestandsensoren aan.
Vervolgens lichten de LED's opnieuw permanent op.
Afbeelding 24
Controleer met een testvlucht of de quadrocopter altijd
nog de sterke neiging heeft om in een bepaalde richting
te vliegen. Minimale tendensen kunnen via de trimming
worden gecompenseerd.
30