<Automatisch>
Bepaalt automatisch de afdrukrichting op basis van de breedte en hoogte van de afbeelding.
<Verticaal>
Selecteer deze optie als u een in verticale richting lange afbeelding afdrukt.
<Horizontaal>
Selecteer deze optie als u een in horizontale richting lange afbeelding afdrukt.
●
Als de opgegeven instelling van <Verticaal> of <Horizontaal> niet overeenkomt met de richting van de
afbeelding, wordt de verkleinde afbeelding afgedrukt.
<Afdrukpositie>
Geef de positie voor het afdrukken van een afbeelding op. Selecteer de afdrukpositie met
.
<Automatisch>
Als de TIFF-gegevens de informatie bevat die de afdrukpositie bepaalt, wordt de afbeelding afgedrukt
volgens de informatie. Anders wordt het in het midden van het papier afgedrukt. JPEG-gegevens worden
altijd in het midden van het papier afgedrukt.
<Midden>
Afbeeldingen worden in het midden van het papier afgedrukt.
<Linksboven>
Afbeeldingen worden linksboven afgedrukt.
7
Selecteer <Start afdrukken> en druk op
➠
Het afdrukken wordt gestart.
●
Om het afdrukken te annuleren, gebruikt u het bedieningspaneel.
Een document afdrukken
.
125
/
en druk op
Afdrukken annuleren(P. 77)