Inhoudsopgave
Advertenties
B
I
IJLAGE
Thermostaatparameters
Thermostaatregeling
De onderstaande afbeelding geeft het thermostaatschema weer.
c
b
c
a/2
a/2
Instelpunt
De standaardwaarden en de boven- en benedengrenzen van de
thermostaatparameters worden in de onderstaande tabel vermeld.
THERMOSTAAT
Trapverschil - a
(K)
Trapverschil - b
(K)
Trapgrootte - c
(K)
Oplaadtimer
(sec)
Ontlaadtimer
(sec)
Instelpunt
(°C)
(a) kan alleen in het servicemenu worden gewijzigd
Als de temperatuur onder het instelpunt ligt, controleert de
thermostaatregeling elke LOADDOWN TIMER.
Afhankelijk van de afwijking tot het instelpunt, is geen actie,
trage ontlading (=–3%) of snelle ontlading (=–7%) vereist.
Als de temperatuur boven het instelpunt ligt, controleert de
thermostaatregeling elke LOADUP TIMER.
Afhankelijk van de afwijking tot het instelpunt, is geen actie,
trage oplading (=+3%) of snelle oplading (=+7%) vereist.
ERAP110~170MBYNN
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW22681-1
Snelle oplading
Trage oplading
Geen actie
Trage ontlading
Snelle ontlading
c
b
c
Standaard-
Beneden-
waarde
grens
Bovengrens
(a)
0,8
–
(a)
0,5
–
(a)
0,2
–
12
12
12
12
7,0
4,0
B
II
IJLAGE
Voorbeeld van een weektimer
MAA
DIN
1
G1
2
8
G1
9
15
G1
16
22
G1
23
29
H
30
Voer volgende instellingen uit om tot het hierboven weergegeven
schema te komen:
–
–
–
300
Alle dagen die aan eenzelfde groep worden toegewezen werken
300
overeenkomstig de instellingen van deze groep.
16,0
In dit voorbeeld:
alle maandagen, dinsdagen, donderdagen en vrijdagen
overeenkomstig de instellingen in groep 1 (
alle woensdagen overeenkomstig de instellingen in groep 2 (
alle zaterdagen zondagen overeenkomstig de instellingen in
groep 3 (
alle vakantiedagen overeenkomstig de instellingen in de
vakantiegroep ( ).
Alle groepsinstellingen van groepen
dezelfde manier als het volgende voorbeeld (instellingen voor groep 1):
B
III
IJLAGE
Werking van het vlottend instelpunt
De onderstaande afbeelding en tabel geven de fabriekswaarde en de
boven- en benedengrens weer voor de parameters van het vlottend
instelpunt op de verdamper.
Max. waarde
5°C
0°C
Vlottend instelpunt
Maximumwaarde
D1
(a)
D2
(a) stijging van de waarde van het vlottend instelpunt voor een daling van 10°C van
de omgevingstemperatuur
MAART
WOE
DON
VRIJ
G1
3
G2
4
G1
5
G1
10
G2
11
G1
12
G1
17
G2
18
G1
19
H
24
H
25
H
26
G1
31
G2
),
,
,
Aan
Uit
6
12 13
Scherm 1
Scherm 2
D2
D1
Standaard-
waarde
Benedengrens
3,0
(°C)
20,0
(°C)
5,0
(°C)
ZAT
ZON
G1
6
G3
7
G3
G1
13
G3
14
G3
G1
20
G3
21
G3
H
27
H
28
H
),
),
,
en
werken op
20
tijd (u)
Omgeving
Bovengrens
0,0
5,0
20,0
43,0
0,0
10,0
Gebruiksaanwijzing
16
Advertenties
Inhoudsopgave
