Gebruiksgrenzen
GA-nr.: 20901504_NL_DVR 2pro_V1.4_130120
4
4
Montage en aansluiting
Montage en aansluiting
Het meetapparaat is bedoeld voor directe aansluiting op de toe-
passing of de zuigleiding.
> Let er bij opstelling, aansluiting en installatie op dat u zich
aan de voorschriften volgens de Technische gegevens houdt
zie hoofdstuk Technische informatie op pagina 42
> Neem bij het aansluiten de gegevens op het typeplaatje in
acht.
> Vergelijk de grenswaarden in deze gebruiksaanwijzing met
die van uw gebruikssituatie voor wat betreft bedrijfsmedium,
drukwaarden, krachten, momenten, temperaturen en span-
ningen.
AANWIJZING
AANWIJZING
Door permanente vibraties en trillingen, die door de
apparatuur op het meetapparaat worden overgedragen,
kunnen schroefverbindingen losraken.
Monteer het meetapparaat aan apparatuur waar zo weinig
>
mogelijk vibraties en trillingen van uitgaan.
Gebruik bufferelementen als permanente vibraties niet te
>
vermijden zijn.
4.1
4.1 Opstelvoorwaarden
Opstelvoorwaarden
Houd rekening met de opstelvoorwaarden
Het meetapparaat is geacclimatiseerd.
De omgevingscondities zijn nageleefd en liggen binnen de
gebruiksgrenzen.
Gebruiksgrenzen
Omgevingstemperatuur
Opstelhoogte, maximaal
Luchtvochtigheid
Beschermingsklasse
Condensaat of vervuiling door stof en vloeistoffen vermijden.
Montage en aansluiting
Technische informatie op pagina
10–40 °C
3000 m
boven NAP
30–85 %, niet-condenserend
IP 40
42.
(US)
50–104°F
9840 ft
above sea level
19