Master EQ (Voice Master EQ)
In deze display kunt u Master EQ-parameters instellen in de modus Voice, zodat u EQ kunt besturen via vijf
onafhankelijke frequentiebanden. Deze instellingen zijn van invloed op alle voices.
De parameters zijn gelijk aan die van de display Master EQ in de modus Multi Common Edit
6 Remote
Hiermee kunt u de Remote-parameters instellen. U kunt de display
Remote rechtstreeks oproepen door op de knop [DAW REMOTE] op het
paneel te drukken om de modus Remote in te schakelen en vervolgens op
de knop [UTILITY] te drukken.
DAW Select
Hiermee bepaalt u welke DAW-toepassingssoftware moet worden bestuurd via de paneelhandelingen op dit instrument.
Instellingen:
Cubase, LogicPro, DigiPerf, SONAR
OPMERKING:
Als het lampje van [DAW REMOTE] is ingeschakeld, kunt u door het selecteren van een DAW-type de Remote-
instellingen automatisch oproepen.
Knb/Sldr Disp Time (Knob/Slider Display Time)
Hiermee wordt bepaald of het bedienen van een van de knoppen of schuiven het oproepen van een popupvenster voor
knoppen of schuiven tot gevolg heeft.
Instellingen:
off, 1 sec, 1.5 sec, 2 sec, 3 sec, 4 sec, 5 sec, keep
off
Als deze instelling wordt geselecteerd, wordt de popup niet opgeroepen, zelfs niet als u de knoppen en schuiven bedient.
1 sec – 5 sec
Het bedienen van een van de knop en schuif heeft tot gevolg dat het popupvenster 1 tot 5 seconden wordt weergegeven, waarna
de display automatisch wordt gesloten.
keep
Als u de knop en schuif bedient, wordt de popupdisplay weergegeven. Als de popupdisplay is geopend en u een andere display/
popup of een andere dialoogvenster oproept of op de knop [ENTER]/[EXIT] drukt, wordt de betreffende popup gesloten.
Popupdisplay voor knop
Knob Curve
Hiermee wordt de aanslaggevoeligheid in vijf stappen aangepast. Hogere waarden betekenen een grotere gevoeligheid,
waarbij u grote wijzigingen kunt aanbrengen in de huidige waarde, zelfs als u de knop slechts heel weinig draait.
Instellingen:
1 – 5
OPMERKING:
Deze parameters kunnen ook worden ingesteld in de display General van Utility.
Slider Mode
Hiermee wordt bepaald in welke mate de parameterwaarde verandert als u de schuif bedient.
Instellingen:
catch, jump
catch
Het bedienen van de schuif is niet onmiddellijk van invloed op de waarde, maar wel nadat de positie van de schuif het punt heeft
bereikt dat overeenkomt met de huidige waarde.
jump
Het bedienen van de schuif wijzigt de waarde onmiddellijk van de huidige waarde in de nieuwe waarde die overeenkomt met de
positie van de schuif.
Prog Change Mode (Program Change Mode)
Hiermee wordt bepaald welke berichten worden verzonden aan de computer als u de knoppen [DEC]/[INC] of de
draaiknop Data bedient. Als 'PC' is geselecteerd worden programmawijzigingsberichten via MIDI-poort 1 verzonden Als
'remote' is geselecteerd, worden afstandsbedieningsberichten via MIDI-poort 2 verzonden. Als 'PC+remote' wordt
geselecteerd, worden beide typen berichten verzonden via MIDI-poort 1 en 2.
Instellingen:
PC+remote, PC, remote
OPMERKING:
Deze parameter wordt vastgelegd op 'PC' als 'DAW Select' op een andere waarde wordt ingesteld dan 'Cubase'.
Velocity Meter
Hiermee wordt bepaald of de aanslagsnelheden die door uw toetsenbordspel worden gegenereerd worden aangeduid
met de Performance Control-knoppen. Als dit wordt ingeschakeld, fungeren de Performance Control-knoppen als
aanslagmeting.
Instellingen:
off, on
Popupdisplay voor schuif
Naslaggids
Referentie
(pagina
97).
Basisstructuur
Voice
Performance
Multi
SEQ Play
Master
Remote
File
Audio Rec/Play
Utility
Utility
Utility Select
General
Layer/Split/
Drum Assign
MIDI
Controller
Micro Tune
Voice Select
Arpeggio
A/D Out
A/D FX
Master FX
Master EQ
Remote
Quick Set
Panel Lock
Fctry Set
Appendix
143