6 Installatie
5 Controleer of de verbreding goed werd uitgevoerd.
a
b
c
a
De binnenkant van de verbreding mag geen barsten of
gebreken vertonen.
b
Het uiteinde van de buis moet gelijkmatig en volgens een
perfecte cirkel verbreed zijn.
c
Controleer of de flaremoer aangebracht is.
6.3.6
Het uiteinde van een buis solderen
De binnenunit en de buitenunit hebben flareverbindingen. Verbind
beide uiteinden zonder te solderen. Indien solderen nodig zou zijn,
houd dan rekening met het volgende:
▪ Doorblazen met stikstof bij het hardsolderen voorkomt belangrijke
afzettingen van een geoxideerde filmlaag op de binnenkant van
de leiding. Deze filmlaag heeft een nadelige invloed op de
kleppen en compressoren in het koelsysteem en voorkomt een
goede werking.
▪ Stel de stikstofdruk met een drukreduceerklep in op 20 kPa
(0,2 bar) (d.w.z. net genoeg om te voelen op de huid).
a
b
f
a
Koelmiddelleiding
b
Te hardsolderen deel
c
Tape
d
Handbediende klep
e
Reduceerklep
f
Stikstof
▪ Gebruik
GEEN
anti-oxidanten
leidingverbindingen.
Door resten kunnen leidingen verstopt raken en kan uitrusting stuk
gaan.
▪ Gebruik GEEN vloeimiddel bij het hardsolderen van koper-op-
koper koelmiddelleidingen. Gebruik fosforkoper toevoegmetaal
(BCuP), waarbij geen vloeimiddel wordt vereist.
Vloeimiddel
heeft
een
uitermate
koelmiddelleidingsystemen. Zo zal een vloeimiddel op chloorbasis
corrosie van de leidingen veroorzaken, of als het fluor bevat, zal
het de koelmiddelolie aantasten.
6.3.7
Koelmiddelleiding op de binnenunit
aansluiten
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel R32 (indien van toepassing) in deze unit is
(a)
weinig ontvlambaar.
(a)
Zie de specificaties van de buitenunit voor informatie over
het vereiste koelmiddel.
▪ Leidinglengte. Houd de koelmiddelleiding zo kort mogelijk.
▪ Flareverbindingen.
Sluit
flareverbindingen aan op de unit.
▪ Isolatie. Isoleer de koelmiddelleiding op de binnenunit als volgt:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
16
c
d
e
f
bij
het
hardsolderen
schadelijke
invloed
de
koelmiddelleiding
B
A
A
Gasleiding
B
Vloeistofleiding
a
Isolatiemateriaal (lokaal te voorzien)
b
Kabelbinder (accessoire)
c
Isolatiedelen: Groot (gasleiding), klein (vloeistofleiding)
(accessoires)
d
Flaremoer (bevestigd op de unit)
e
Aansluiting koelmiddelleiding (bevestigd op de unit)
f
Unit
g
Afdichtingskussens: Middelgroot 1 (gasleiding),
middelgroot 2 (vloeistofleiding) (accessoires)
1
Draai de naden van de isolatiedelen naar boven.
2
Bevestig ze aan de basis van de unit.
3
Maak de kabelbinders vast rond de isolatiedelen.
4
Draai het afdichtingskussen van de basis van de unit tot de
bovenkant van de flaremoer rond de koelmiddelleiding.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de hele koelmiddelleiding is geïsoleerd.
Blote leidingen kunnen condensatie veroorzaken.
6.4
De elektrische bedrading
aansluiten
6.4.1
Over het aansluiten van de elektrische
van
bedrading
Typische werkstroom
De elektrische bedrading aansluiten bestaat doorgaans uit de
volgende stappen:
1
Controleren of het voedingssysteem voldoet aan de elektrische
specificaties van de units.
op
2
De elektrische bedrading aansluiten op de buitenunit.
3
De elektrische bedrading aansluiten op de binnenunit.
4
De hoofdvoeding aansluiten.
6.4.2
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten
van elektrische bedrading
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
met
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik
ALTIJD
stroomtoevoerkabel.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, zijn
vertegenwoordiger of gelijkaardig bevoegde personen het
vervangen om een gevaarlijke situatie te voorkomen.
A
a
b
c
d
b
e f
a
b
3
2
1
1
g
4
een
meeraderige
FBA35~140A2VEB
Split-systeem airconditioners
4P480730-1 – 2017.04
B
c
d
b
e f
3
2
g
4
kabel
als