Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

86
Wegrijden en rijden
● Tijdens het voorgloeien mogen er geen grotere elektrische verbruikers zijn in-
geschakeld - anders wordt de autoaccu onnodig belast.
3

- motor starten

Voor alle auto's geldt:
Stand
1
Voor het blokkeren van de stuurinrichting terwijl de contactsleutel uit het slot is
genomen moet het stuurwiel worden verdraaid tot de blokkeerpen hoorbaar in de
vergrendeling valt. In principe moet u altijd de stuurinrichting blokkeren (op slot
zetten) als u uw auto verlaat. Zo wordt een eventuele diefstal van uw auto be-
moeilijkt ⇒ 
.
Stand
2
Als de contactsleutel niet of slechts met moeite in deze stand kan worden ge-
draaid, draai dan het stuurwiel iets heen en weer - de stuurblokkering wordt daar-
door ontlast.
Stand
3
In deze stand wordt de motor gestart. Gelijktijdig worden het ingeschakelde dim-
of grote licht of andere elektrische verbruikers met een hoog verbruik kortstondig
uitgeschakeld. Na het loslaten van de sleutel keert de contactsleutel weer terug
in stand
.
2
Elke keer als de motor weer moet worden gestart, moet de contactsleutel in
stand
1
worden teruggedraaid. De startherhalingsblokkering in het contactslot
voorkomt dat de startmotor bij draaiende motor in de starterkrans grijpt en daar-
door wordt beschadigd.
ATTENTIE
● Tijdens het rijden met een stilstaande motor moet de contactsleutel altijd
in stand
2
(contact ingeschakeld) staan. Deze stand wordt door het gaan
branden van de controlelampjes aangegeven. Als dit niet het geval is, kan on-
verwacht het stuurwiel worden vergrendeld - kans op ongevallen!
● Haal de contactsleutel pas uit het contactslot als de auto tot stilstand is
gekomen. Het stuurwielslot kan direct aangrijpen - kans op ongevallen!
● Als u de auto verlaat - ook al is het maar voor even - neem dan in ieder ge-
val de sleutel uit het contactslot. Dat geldt vooral als er kinderen in de auto
achterblijven. De kinderen zouden anders de motor kunnen starten of elektri-
sche systemen (bijv. elektrisch bediende ruiten) kunnen bedienen - kans op
ongevallen!
Motor starten
Algemeen
U kunt de motor alleen maar met de originele contactsleutel star-
ten.
● Voor het starten de versnellingshendel in de vrijstand plaatsen (bij automati-
sche versnellingsbak in de keuzehendelstand P of N) en de handrem vast aantrek-
ken.
● Tijdens het starten het koppelingspedaal geheel intrappen - de startmotor
hoeft dan alleen maar de motor rond te draaien.
● Zodra de motor aanslaat, de contactsleutel direct loslaten - anders zou de
startmotor kunnen worden beschadigd.
Na het starten van de koude motor kan er even sprake zijn van extra motorgeluid,
omdat er eerst oliedruk moet worden opgebouwd in de hydraulische klepstoters.
Dat is een normaal effect en heeft dan ook geen enkele betekenis.
Als de motor niet aanslaat ...
Als starthulp kunt u de accu van een andere auto gebruiken ⇒  p agina 186.
ATTENTIE
● Laat de motor nooit in een ongeventileerde of afgesloten ruimte draaien.
De uitlaatgassen van de motor bevatten onder andere het geur- en kleurloze
koolmonoxide, een giftig gas - levensgevaarlijk! Koolmonoxide kan leiden tot
bewusteloosheid en zelfs tot de dood.
● Laat nooit uw auto met draaiende motor onbeheerd achter.
VOORZICHTIG
● De startmotor mag alleen worden ingeschakeld (contactsleutelstand
motor stilstaat. Als de startmotor direct na het uitzetten van de motor wordt inge-
schakeld, kan de startmotor of de motor worden beschadigd.
● Vermijd hoge toerentallen, vol gas en sterke motorbelasting zolang de motor
zijn bedrijfstemperatuur nog niet heeft bereikt - kans op motorschade!
● De motor niet starten door de wagen aan te slepen - gevaar voor schade aan
de motor! Bij wagens met katalysator kan onverbrande brandstof in de katalysator
terechtkomen en daar ontsteken. Dit zou tot ernstige beschadiging van de kataly-
sator leiden. Als starthulp kunt u de accu van een andere auto gebruiken ⇒  p agina
186, Starthulp.
3
) als de
£

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave