22
DE FILTER VAN DE
TOEVOERSLANG EN DE
KLEPFILTER
Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
• het apparaat niet wordt gevuld met
water.
• de machine langdurig water vult.
De watertoevoerfilters schoonmaken:
35°
NOODAFVOER
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot
(6) uit van "Afvoerpomp".
2
1
45°
9. Reinig het filter onder de water-
kraan en plaats deze terug in de
pomp in de speciale geleiders.
10
Zorg er voor dat het filter stevig
.
vastzit om waterlekkage te voorko-
men.
11
Plaats de klep terug en sluit het af-
.
voerpompdeurtje.
• het lampje van de toets
en de display het bijbehorende alarm
toont. Raadpleeg het hoofdstuk
"Problemen oplossen en service".
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcon-
tact.
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Verwijder de watertoevoerslang van
de kraan.
3. Reinig het filter in de toevoerslang
met een harde borstel.
4. Verwijder de toevoerslang achter de
machine.
5. Reinig het filter in de klep met een
harde borstel of een handdoek.
6. Installeer de watertoevoerslang op-
nieuw. Zorg er voor dat de koppe-
lingen stevig vast zitten om lekkage
te voorkomen.
7. Draai de waterkraan open.
Reinig de pomp als dit nodig is.
Plaats het afvoerkanaal terug en sluit de
afvoerpompklep.
Als u het water afvoert met de noodaf-
voerprocedure, dient u het afvoersys-
teem opnieuw te activeren:
knippert
4