3. KORTE BESCHRIJVING VAN DE EENHEID
•
De luchtbehandelingseenheden zijn bedoeld voor ventilatie van kleine en middelgrote ruimtes
(bijv. eengezinswoningen, kantoren, enz.) met operationele omgevingstemperatuur en relatieve
vochtigheid. De eenheid is bedoeld voor installatie in woningen of bedrijfsgebouwen. Voor ther-
mische isolatie en geluiddemping is minerale wol gebruikt. De afdekpanelen van de eenheid zijn
25–50 mm dik. Standaard is de eenheid voor gebruik binnenshuis ontworpen. In koude, natte ruim-
tes is ijsvorming of condensatie op de binnen- en buitenbehuizing mogelijk. Het bedrijfstempera-
tuurbereik van het apparaat is -30°C ... +40°C buitenluchttemperatuur. Onttrokken binnenluchttem-
peratuur is +10 - +40 °C, relatieve vochtigheid (niet-condenserend) 20–80 %.
•
De luchtbehandelingseenheid mag niet worden gebruikt voor het vervoer van vaste deeltjes, zelfs
niet in zones waar er een risico bestaan van explosieve gassen.
•
In de WTW-unit is een geïntegreerde warmtewisselaar en verwarmer (of koeler) geplaatst, welke
temperatuurverliezen compenseert tijdens het ventileren van de woning, maar de WTW-unit wordt
niet aanbevolen om te worden gebruikt als hoofd verwarming/koelingsbron van het gebouw. De
WTW-unit zal eventueel de ingestelde temperatuur niet bereiken als de ruimtetemperatuur erg ver-
schilt van de gewenste temperatuur, omdat in dit geval het rendement van de warmtewisselaar
laag zal zijn.
•
Vooraleer u de deur opent moet de eenheid worden uitgeschakeld en de ventilatoren moeten de
tijd hebben gekregen om te stoppen (maximum 3 minuten).
•
De eenheid bevat verwarmingselementen die niet mogen worden aangeraakt als ze heet zijn.
•
Om een goed binnenklimaat in stand te houden, te voldoen aan de regelingen en om condensatie-
schade te voorkomen, mag de eenheid nooit worden gestopt behalve tijdens onderhoud/herstel-
lingen of in verband met een ongeval.
•
Dee Komfovent luchtbehandelingskasten beschikken om deze reden een anti-vries beschermfunc-
tie in de regelaar. Afhankelijk van het type luchtbehandelingsunit, zijn er verschillende methoden
voor vorstbescherming: koude luchtomloop, toevoerluchtventilatorsnelheidsreductie en / of geïn-
tegreerde voorverwarmer. Bij extreem koude buitenlucht temperatuur wordt er geadviseerd om
een kanaal te monteren die ervoor zorgt dat de lucht voorverwarmd is. De Kruisstroomwisselaar is
het meest gevoelig voor temperaturen onder het vriespunt. Een standaard aluminium kruisstroom-
wisselaars heeft betere eigenschappen om bevriezing tegen te gaan. De kans op bevriezing is vanaf
10 °C onder 0. Het kleinste risico op bevriezing is het gebruik van een warmtewiel, omdat deze zelfs
bij -30 °C niet zal bevriezen bij een juiste luchtvochtigheid.
In de units met tegenstroom- of dwarsstroomplaatwisselaars zonder geïntegreer-
de voorverwarmer, is het noodzakelijk om extra kanaalgemonteerde voorverwar-
mer in het buitenluchtaanzuigkanaal te installeren, waardoor de temperatuur van
de inlaatlucht hoger dan -4 °C zal zijn.
•
Bij selectie van beheer zonder voorverwarming, maar met omleiding van koude lucht, moet er
bovendien een tweede verwarming op het apparaatkanaal worden gemonteerd.
Als het apparaat in ruimtes met een hoge luchtvochtigheid wordt gemonteerd, kan bij lage buiten-
temperaturen condensvorming op het oppervlak van het apparaat optreden (zie afbeelding 3). Bij de
installatie van het apparaat in een dergelijke ruimte moeten aanvullende maatregelen worden getroffen
om condensatieschade aan de meubels of bouwelementen van het gebouw te voorkomen.
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
DOMEKT_ installation manual_22-06
5