4. Zodra er stroom op de trafo wordt gezet, is het slot geactiveerd. De
meerpuntssluiting wordt automatisch motorisch vergrendeld, zodra de magneet
door het reedcontact van de motor wordt geïdentificeerd.
6. De werking van de meerpuntssluiting
6.1 Het vergrendelen (sluiten)
Alle drie de sluitpunten worden 3 seconden na het sluiten van de deur elek-
tronisch vergrendeld. De vergrendeling vindt plaats zodra het magneetcontact
(kozijndeel) en reedcontact (slotdeel) elkaar identificeren. Indien er elektronisch
een dagstandfunctie is gecreëerd zal de meerpuntssluiting, na het sluiten van de
deur, niet vergrendelen.
6.2 Het ontgrendelen (openen)
Er zijn verschillende toepassingen voor het ontgrendelen van de meerpuntssluiting,
waaronder de volgende:
• Afstandsbediening;
• Draadloze wandschakelaar;
• Intercominstallatie (6 – 12 AC!);
• Kaartlezer;
• Cijfercodetableau;
• Vingerscanner;
• Irisscan;
• Toegangscontrolesystemen bijv. KNX, Somfy en PAC);
• Gebouwmanagementinstallaties (24 V DC -impuls).
Daarnaast is de meerpuntssluiting altijd te openen bij:
• Een noodsituatie via de vrijloopcilinder;
• Een noodsituatie via de deurkruk bij een antipaniek meerpuntssluiting (serie 007).
Het is mogelijk om de meerpuntssluiting te openen via de deurkruk als er een
dagstandfunctie gecreëerd is. Zie hiervoor hoofdstuk 7.1 (poort 11 en 12);
• Een noodsituatie i.c.m. noodstroomvoorziening (art. 200150).
LET OP! Tijdens het elektronisch openen en vergrendelen van de deur, dient u
de deurkruk niet te bedienen!
12
6.3 Extra
Verdere elektronische aansluitingen zijn beschikbaar voor:
• Alarminstallaties.
• Toegangscontrolesystemen (o.a. vingerscanner, transponderlezer,
cijfercodetableau en bluetooth).
• Elektrisch bediende deuropeningsystemen (bijv. toegang voor mindervalide).
LET OP! Verplicht vrijloopcilinder toepassen!
7. Externe aansluitmogelijkheden
De HMB motortronic besturing beschikt seriematig over een aantal in- en uit-
gangen voor het aansluiten van extra componenten (bijv. een transponderlezer,
vingerscan, code-bediendeel, bluetooth ontvanger en deurautomaat). De in- en
uitgangen bevinden zich op twee plaatsen. Voor het aansluitschema verwijzen
wij u naar hoofdstuk 10.1 (Schakelplan compleet).
7.1 Besturingsmodule van de besturingsunit
Op de volgende pagina wordt een aantal aansluitmogelijkheden voor de verschil-
lende poorten van de besturingsmodule beschreven.
13