11
Rapporten afdrukken
Faxrapporten
Stel met de toetsen Menu het verzendrapport
en de journaalperiode in.
Verzendrapport
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax hebt verzonden. In het
rapport wordt de naam of het faxnummer van
de ontvanger vermeld, de datum en tijd van
de verzending, de duur van de verzending,
het aantal verzonden pagina's en of de
verzending succesvol is geweest.
Voor het verzendrapport zijn verschillende
instellingen beschikbaar:
Aan: na elke verzonden fax wordt een
rapport afgedrukt.
Aan+Beeld: na elke verzonden fax wordt
een rapport afgedrukt. Een gedeelte van
de eerste pagina van de fax wordt op het
rapport afgedrukt.
Uit: als de fax niet is verzonden door een
storing wordt een rapport afgedrukt. De
standaardinstelling is Uitgeschakeld.
Uit+Beeld: als de fax niet is verzonden
door een storing wordt een rapport
afgedrukt. Een gedeelte van de eerste
pagina van de fax wordt op het rapport
afgedrukt.
a
Druk op Menu, 2, 4, 1.
b
Druk op a of b om Aan, Aan+Beeld,
Uit of Uit+Beeld te kiezen.
Druk op OK.
74
c
Druk op Stop/Eindigen.
11
Opmerking
• Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest,
wordt het beeld alleen op het
verzendrapport afgedrukt als Direct
verzenden is ingesteld op Uit. (Zie Direct
11
verzenden op pagina 41.)
• Als de fax goed is verzonden, wordt OK
naast RESULT weergegeven op het
verzendrapport. Als de fax niet is
verzonden, wordt FOUT naast RESULT
weergegeven.
11