NL
AANDACHT: de generator moet verplicht op de aarding worden aangesloten. Als deze instructie niet wordt
nageleefd, kan dit ernstige schade aan de romp van het toestel veroorzaken die niet door de garantie is gedekt.
Laat de aarding door een erkende elektricien controleren. Er mag geen elektrisch potentieel (Volt) zijn tussen
de aarding van de generator en de werkelijke aarding van de installatie (aardontlader). Om elektrochemische
corrosie van de romp van het toestel te vermijden, is het verboden om verzinkte leidingen of verzinkte
koppelingen te gebruiken. Andere materialen moeten op de aarding worden aangesloten via speciale
massakabels, om een equipotentiale aardingsinstallatie te verkrijgen.
AANDACHT: De sonde S2 en de sonde S1 moeten aangesloten worden op de voorziene klemmen in het klemmenbord, zoals in het
schema aangegeven. Om op het display de metingen van de sonde S1 en S2 weer te geven, moet u de THERMOCONTROL-functie
activeren.
5.7 VOORSCHRIFTEN VOOR DE REALISATIE VAN DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE MET GESLOTEN
EXPANSIEVAT
Raadpleeg alle voorschriften opgelegd door de norm EN 10412-2:2009 voor toestellen met een vermogen van minder dan 35 kW of
door het Ministerieel Decreet Samenvatting R editie 2009 voor toestellen met een vermogen van meer dan 35 kW om de installatie
met gesloten vat te realiseren.
De hydraulische installatie moet verplicht door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd, dat op de hoogte is van voornoemde
normen en in het bezit is van de beroepsvereisten die nodig zijn voor de afgifte van de verklaring van overeenstemming krachtens
het Ministerieel Decreet nr. 37 van 22 januari 2008.
De generator is al uitgerust met de volgende veiligheidsvoorzieningen erop gemonteerd:
a) Gesloten expansievat ter bescherming van enkel de generator*
b) Gewone veiligheidsklep op 3 bar, niet gehomologeerd I.S.P.E.S.L.
c) Een temperatuurbegrenzer met automatische reset:
Dit is een voorziening voor de regeling met automatische werking, die de onderbreking van de brandstoftoevoer naar de
generator veroorzaakt wanneer de vooraf ingestelde temperatuur van het water wordt bereikt. Het systeem hervat
automatisch wanneer de temperatuur van het water onder de vooraf ingestelde waarde is gedaald.
c) Een temperatuurbegrenzer ter beveiliging met handmatige reset:
Dit is een voorziening met automatische werking, die de onderbreking van de brandstoftoevoer veroorzaakt wanneer de
toegelaten maximumtemperatuur van het water wordt bereikt. De toevoer van brandstof kan alleen worden hervat wanneer
de temperatuur van het water onder een vooraf ingestelde waarde is gedaald en na uitvoering van een handmatige reset.
e) circulatiesysteem:
Het toestel beschikt over een circulatiepomp die in de terugloopleiding is aangesloten en die rechtstreeks door de
besturingskaart van de generator wordt aangestuurd
* Serieel met de generator moet een extra gesloten expansievat geïnstalleerd worden, ter bescherming van de installatie.
Het nominale volume van het extra gesloten expansievat moet gedimensioneerd worden in verhouding tot het uitzettingsvolume van
het water dat in de installatie zit. De dimensionering van het extra gesloten expansievat die door Thermorossi wordt opgelegd,
bedraagt 10% van het water in de installatie.
Bovenstaand hoofdstuk mag niet worden beschouwd als vervanging van voornoemde normen waarnaar wordt verwezen.
De gekwalificeerde installateur moet in ieder geval op de hoogte zijn van voornoemde normen of van de volgende
uitgaven ervan
Pag 19
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
PIDRA 14