Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veiligheid; Veiligheidsaanwijzingen; Elektromagnetische Compatibiliteit (Emc) - Lowenstein Medical LUISA Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor LUISA:
Inhoudsopgave

Advertenties

2 Veiligheid

2 Veiligheid

2.1 Veiligheidsaanwijzingen

2.1.1 Energievoorziening
Als het apparaat buiten de voorgeschreven energie-
voorziening wordt gebruikt, kunnen personen letsel
oplopen, kan het apparaat beschadigd raken of kan
de prestatie van het apparaat worden verminderd.
⇒ Bij een netuitval blijven alle instellingen behouden.
⇒ Toegang tot netstekker en stroomvoorziening vrij-
houden.
⇒ De netadapter alleen met spanningen van 100 V
tot 240 V gebruiken.
⇒ Het apparaat is bedoeld voor werking op spannin-
gen van 12 V, 24 V DC en 48 V DC.
2.1.2 Elektromagnetische compatibili-
teit (EMC)
Voor het apparaat gelden speciale voorzorgsmaatre-
gelen met betrekking tot de EMC (elektromagnetische
compatibiliteit). Indien deze niet in acht worden geno-
men, kan er een storing van het apparaat optreden
en kunnen personen letsel oplopen.
⇒ Gebruik het apparaat niet wanneer de behuizing,
de kabels of andere inrichtingen voor de elektro-
magnetische afscherming zijn beschadigd.
⇒ Laat het apparaat binnen de voor dit apparaat
voorgeschreven EMC-omgeving werken
tromagnetische immuniteit [} 35])
vloeding van de essentiële prestatiekenmerken,
zoals de beïnvloeding van therapieparameters, als
gevolg elektromagnetische storingen te voorko-
men.
⇒ Draagbare hoogfrequente communicatieappara-
ten (bijv. draadloze apparaten en mobiele tele-
foons) inclusief de accessoires ervan, zoals anten-
nekabels en externe antennes, met een afstand
van minstens 30 cm tot het apparaat en de kabels
ervan gebruiken.
⇒ Het gebruik van externe accessoires, externe om-
zetters en externe kabels kan verhoogde elektro-
magnetische emissie of een verminderde elektro-
magnetische immuniteit van het apparaat tot ge-
volg hebben en tot een foutieve werking leiden.
Gebruik alleen leidingen van de fabrikant.
⇒ Apparaat niet in de buurt van actieve inrichtingen
van de hoogfrequente chirurgie gebruiken.
⇒ Laat het apparaat niet direct naast andere appara-
ten of in gestapelde vorm werken. Anders kunnen
er storingen ontstaan. Indien de werking direct
naast andere apparaten of in gestapelde vorm no-
dig is, observeer dan alle apparaten om er voor te
zorgen dat alle apparaten correct werken
2.1.3 Omgevingsomstandigheden
⇒ Apparaat alleen binnen de voorgeschreven omge-
vingsomstandigheden gebruiken, opslaan en
transporteren
[} 28]).
⇒ Wanneer het apparaat en de accu buiten de aange-
geven bedrijfstemperatuur zijn opgeslagen, kan
het apparaat pas in bedrijf worden gesteld wan-
neer het apparaat zichzelf tot de toegestane be-
drijfstemperatuur heeft verwarmd of afgekoeld
(min. 4 uur wachten).
⇒ Risico's van de thuisomgeving (ongedierte, stof,
hitte van verwarmingsbronnen, enz.) minimalise-
ren. Apparaat en accessoires buiten bereik van kin-
deren en huisdieren houden.
⇒ Kleine onderdelen die kunnen worden ingeademd
of ingeslikt, vooral buiten bereik van kleine kinde-
ren houden.
⇒ Gebruik het apparaat niet in een MRI-omgeving of
In een hyperbare kamer.
⇒ Plaats niet-medische apparaten buiten de patiën-
tenomgeving.
2.1.4 Therapie
⇒ Houd altijd een alternatief beademingshulpmiddel
gereed om een levensbedreigende situatie bij uit-
val van het apparaat te voorkomen.
(zie Elek-
⇒ Zorg ervoor dat het slangsysteem en de beade-
om een beïn-
mingsingang goed zijn geplaatst en vastzitten.
⇒ De nauwkeurigheid van het apparaat kan door het
toegevoerde gas van een vernevelaar worden ver-
minderd. Geen anesthesiegassen gebruiken of toe-
voeren.
⇒ Lekkages aan ademmasker of slangsysteem ver-
helpen. Bij onbedoelde lekkages wijken de aange-
geven waarden voor volume af van de werkelijke
waarden van de patiënt.
2.1.5 Alarmen
⇒ Om op een alarm te kunnen reageren en indien
nodig een noodbeademing te kunnen uitvoeren
patiënt en apparaat regelmatig controleren.
⇒ Alarmvolume zo instellen, dat het alarmsignaal
wordt gehoord.
⇒ Bij een netuitval blijven alle alarminstellingen be-
houden.
⇒ De verbinding via een kabel met een patiëntmoni-
tor is geen vervanging voor een afstandsalarmsys-
teem. Alarmgegevens worden alleen voor docu-
mentatiedoeleinden doorgegeven.
(zie Omgevingsomstandigheden
NL
|
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lm150td

Inhoudsopgave