7 - I
NDIENSTSTELLING VAN DE WIJNKLIMAATKAST
IV - Instellen van de temperatuur
De temperatuur van uw wijnklimaatkast wordt geheel ingesteld met behulp van het bedieningspaneel dat er als volgt uitziet :
Keuze- en bevesti-
Insteltoetsen van
gingstoets voor het
de temperatuur
van het
frappeervak
frappeervak
Temperatuuraanduiding
Betrokken
van het frappeervak
temperatuur-
(laagste vak van de
zone
wijnklimaatkast)
Instellen van de wijnklimaatkast met 2 temperatuurzones:
• Ga op dezelfde wijze te werk als bij het instellen van de modellen met 1 temperatuurzone.
Aanbevolen insteltemperatuur van het frappeervak: 6 tot 10°C,
Aanbevolen insteltemperatuur van het bewaarvak: 10 tot 14°C.
De standaard instructiewaarde van het frappeervak bedraagt 8°C (ideale koeltemperatuur)
Deze instructiewaarde kan echter worden ingesteld tussen 5 en 12°C.
Boven deze twee grenzen zijn de toetsen
De standaard instructiewaarde van het bewaarvak bedraagt 12°C (ideale rijpingstemperatuur).
Deze instructiewaarde kan echter worden ingesteld tussen 9 en 15°C.
Boven deze twee grenzen zijn de toetsen
Het verschil tussen de ingestelde temperatuur in het frappeervak en bewaarvak mag niet groter zijn dan 6°C (voorbeeld : indien de temperatuur van het
frappeervak is ingesteld op 6°C, mag de temperatuur van het bewaarvak niet hoger zijn dan 12°C)
Dit verschil mag daarnaast niet kleiner zijn dan 2°C (voorbeeld : indien de temperatuur van het frappeervak is ingesteld op 10°C, mag de temperatuur van
het bewaarvak niet hoger zijn dan 12°C).
LET OP : om goed te functioneren moet de wijnklimaatkast worden geïnstalleerd in een vertrek waarvan de
temperatuur ligt tussen 0 en 35°C.
Bij aanzienlijke wijzigingen van de instructietemperatuur heeft de wijnklimaatkast een aantal uur nodig om zich te stabiliseren en de gewenste temperatuur
te vermelden.
Alle wijnen (rood, wit of mousserend) worden in tegenstelling tot de heersende opvatting bewaard bij dezelfde
temperatuur, tussen 10° en 14°C. Indien wijn wordt blootgesteld aan plotselinge thermische schommelingen
"zet" wijn "uit" en "krimpt" vervolgens "in". Deze variaties putten wijn uiteindelijk uit, wijzigen haar organische
vitaliteit, en leiden tot de achteruitgang van haar kwaliteit. Raadpleeg het overzicht op pagina 3 om kennis te
nemen van de serveertemperatuur van wijn.
16
b- Modellen met 2 temperatuurzones (D183 - D283)
Verklikkerlichtje
Insteltoetsen van
s van het
het bewaarvak
warmte (rood)
en koude
(blauw) circuit
Infrarood
Temperatuuraanduiding
van het bewaarvak
detectors
(grootste vak van de
openstaande
wijnklimaatkast)
deur
en
niet operationeel meer.
en
niet operationeel meer.
Wist u dat ?
Keuze- en
bevestigings-
toets van het
• Temperatuuraanduidingen : vermelden de
bewaarvak
werkelijke temperatuur in de wijnklimaatkast.
• Insteltoetsen : selecteren de gewenste
temperatuur in de wijnklimaatkast.
• Verklikkerlichtjes : maken de functionering
van het warmte (rood) of koude (blauw)
circuit zichtbaar.
Betrokken
A/U en
temperatuur-
STANDBY
zone
toets