Richtlijnen voor
afdrukmateriaal
Opmerking:
mindere kwaliteit gebruikt,
kan dit tot gevolg hebben dat de
prestaties beneden de maat zijn
en dat de afdrukkwaliteit niet
optimaal is.
Opmerking:
een gewicht van 60 g/m2
gebruikt, mag u dit alleen in lade
1 of in de universeellader
plaatsen. Papier met dit gewicht
mag niet lade 2 of 3 worden
geplaatst en is ook niet geschikt
voor de eenheid voor
dubbelzijdig afdrukken.
106
Hoofdstuk 6: Richtlijnen voor afdrukmateriaal
Papier
Als u papier van
Als u papier met
Als u het juiste afdrukmateriaal (papier, transparanten,
enveloppen en etiketten) selecteert, kunt u afdrukproblemen
voorkomen. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide op de cd
die bij de printer is geleverd, voor uitgebreide informatie over de
kenmerken van de verschillende afdrukmaterialen. Hieronder
vindt u enkele beknopte richtlijnen voor de keuze van papier en
andere afdrukmaterialen.
Als u afbeeldingen met fotokwaliteit wilt afdrukken, moet u
kwalitatief hoogwaardig laserprinterpapier gebruiken. Voor een
optimaal resultaat worden de volgende papiersoorten
aanbevolen:
• Hammermill Laser Print 90 g/m
• Xerox Image Series LX -papier
Als u tekst en standaardgrafieken afdrukt, is 75 g/m
gebruik in laserprinters of kopieerapparaten aanvaardbaar.
Probeer altijd voorbeelden af te drukken op een bepaalde
papiersoort, voordat u grote hoeveelheden aanschaft.
Let bij het laden van papier op de aanbevolen afdrukzijde zoals
aangegeven op de verpakking. Laad het papier met de
aanbevolen afdrukzijde naar boven in de papierladen en naar
beneden in de universeellader. Raadpleeg de
Installatiehandleiding voor volledige instructies voor het laden
van papier.
Het gebruik van de volgende papiersoorten in de printer wordt
afgeraden:
• Papier met een hoog katoengehalte;
• Papier met een ruw of sterk vezelig oppervlak
• Coated papier (uitwisbaar bankpostpapier)
• Voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die
schadelijk zijn voor de printer.
• Papier dat is bedoeld voor inkjetprinters;
• Meervoudige formulieren
2
2
papier voor