afbeeldingen. Visuele gegevens die meestal zijn gescand
van een niet-digitale externe bron, zoals foto's of
videobeelden.
afdrukken van meerdere pagina's. Hiermee kunt u
een aantal pagina's afdrukken op één vel papier. Als u
bijvoorbeeld 4 per vel selecteert, worden verkleinde
afbeeldingen van de pagina's 1 t/m 4 afgedrukt op het
eerste vel papier, de pagina's 5 t/m 8 op het tweede vel,
enzovoort.
afdrukmateriaal. Zie media.
afdrukstand. Een paginabeschrijving die aangeeft of de
afgedrukte tekst evenwijdig aan de korte zijde van de
pagina (staand) of evenwijdig aan de lange zijde van de
pagina (liggend) wordt afgedrukt.
B
B4. Papierformaat van 216 x 364 mm.De korte zijde van
het papier wordt eerst ingevoerd.
B5. (1) Papierformaat van 182 x 257 mm.De korte zijde van
het papier wordt eerst ingevoerd.(2) Envelopformaat van
176 x 250 mm.
baud. De snelheid in bps (bits per seconde) waarmee
gegevens worden doorgegeven van en naar de computer
via een seriële interface.
bedieningspaneel. De knoppen en de display op de
printer waarmee u de printerinstellingen kunt wijzigen en
de printerstatus kunt weergeven.
besturingssysteem. De elementaire software waarmee de
basisfuncties van de computer worden uitgevoerd.
Bezig. De status van de printer tijdens het verwerken van
gegevens of het afdrukken van pagina's.
bidirectionele communicatie. Communicatie in twee
richtingen tussen de printer en een computer, waarbij de
NPAP 1.0-standaard (Network Printing Alliance Protocol)
wordt gebruikt.
250
Definities