5.1.5 Doseerhoeveelheids-instelling tijdens het rijden met de modellen 04 H
Met behulp
van
de standaard meegeleverde elektrische afstandsbediening (SKJ 3) heeft U de moge-
lijkheid om
de kunstmesthoeveelheid aan
verschillende
omstandigheden aan te passen
.
Daartoe be-
dient U de toets 2
(fig.8)
om daarmee gedefin ieerde meer en minder hoeveelheden uit te brengen.
Wilt
u
bij
konstante rijsnelheid de strooihoeveelheid met
10
%
verhogen of verminderen, dan kan dit
door de op de
SKJ aangegeven getallen
waarde, met 10
%
te
verhogen
of te verm inderen.
Voorbeeld
:
Het ingestelde hydro-motor
toerental
is "30", en de gedoseerde
hoeveelheid
600 kg./ha.
Voor
een
10
%
verandering
van de doseerhoeveelheid moet daarvoor het
toerental
"33" of "27" wor-
den
ingesteld.
Daarmee wordt
dan 660-
of 540kg/ha.
gedoseerd.
5.1.6 Doseerhoeveelheid-aanpassing bij verandering van traktor versnelling, met de model
-
len 04 H
Moet de traktor-versnel ling t ijdens het
stroo ien
veranderen,
b.v. als gevolg
van
bodemverandering,
dan moet het toerental van de hydro-motor
in gelijke
verhouding
tot de snelheidsverandering,
worden gewijzigd. Is b.v. de snelheid waarmee gereden
werd 9 km/uur bij
hydro-motor
toerental
van
,,30" en een doseer-hoeveelheid van 600
kg/
ha.,
en
wordt de rijsne lheid
6 km/uur,
dan is dit
een
veran
-
dering van 33
%.
Het hydro-motor
toerental
dient dus op "20" te
worden
ingesteld
,
zodat de
doseer-
hoeveelheid van 600
kg/ ha.
niet
zal
veranderen.
5.2 Viervoudige deelbreedte-schakeling
Door de viervoudige deelbreedte
schakeli
ng kunnen naar
keuze,
de deel -breedten van de
strooi-
boom uitgeschakeld- of weer worden ingeschakeld.
5.2.1 Viervoudige-deelbreedte-schakeling "elektrisch"
Door
deze
schakeli
ng, die
bij
de model
len "H" standaard, en bij de modellen "F"
als
extra uitvoering
te leveren is, kunnen vanaf de traktor,
door de afstandsbediening
SKJ
3,
naar keuze
deelbreedten
(fig.8/
6) van
de
strooiboom,
af- en
bij
worden
geschakeld.
Bij de bediening van de "SKJ 3", dient men
erop
te
letten,
dat de
toets 4
(fig .8) de voorrang heeft voor
de
toets
6 (fig.8).
Praktische waarde heeft deze inrichting, b.v.
bij
het bestrooien van veldpunten
(ge-
ren).
Loopt deze punt van links naar rechts toe, dan moeten ook de deelbreedten van
li
nks-
naar
rechts worden uitgeschakeld.
Rij
dt men daarna in de volgende
"volle
werkgang", dan worden door
het bed ienen van de toets 4 (fig.8),
alle
doseerwalsen weer ingeschakeld. Het
is
dan niet nod
ig om
alle afzonderlijke toetsen via de toets
"6"
in de
schakelen.
29