TIMER SETTINGS (tijdklokinstell.)
Instelitem
1. DATE&TIME SETTING
(datum&tijdinst.)
2. TIME ZONE SETTING
(instell. tijdzone)
3. DATE TYPE SELECT
(type datum sel.)
4. AUTO SLEEP TIME
(auto sluimertijd)
5. AUTO CLEAR TIME
(autom. resettijd)
6. DAYLIGHT SV.TIME
(zomertijd)
ON (aan)
1. BEGIN DATE/TIME
(begindatum/tijd)
2. END DATE/TIME
(einddatum/tijd)
OFF (uit)
Hiermee stelt u de huidige datum en tijd in. (Zie "Het
apparaat installeren" in de Snelstartgids.)
Hiermee stelt u de tijdzone in voor de locatie van het
apparaat. (Zie "Tijdzone instellen," op pag. 1-16.)
Hiermee stelt u de datumindeling in.
– DD/MM/JJJJ
– JJJJ/MM/DD
– MM/DD/JJJJ
Hiermee stelt u de automatische slaapstand in als het
apparaat gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt.
(3min.–30min.) (Zie "De slaapstand instellen," op pag. 1-12.)
– ON (aan)
– OFF (uit)
Hiermee stelt u de modus voor automatische reset in als het
apparaat gedurende een bepaalde tijd niet wordt gebruikt.
(1 min.-9 min.) Het apparaat keert terug naar de stand-
bymodus. (Zie "Automatische resettijd instellen," op
pag. 1-14.)
– ON (aan)
– OFF (uit)
Hiermee stelt u de zomertijdmodus in.
(Zie "Zomertijd instellen," op pag. 1-17.)
Hiermee activeert u de zomertijdmodus.
Hiermee stelt u de begindatum in.
– 1. MONTH (maand)
– 2. WEEK (week)
– 3. DAY (dag)
Hiermee stelt u de einddatum in.
– 1. MONTH (maand)
– 2. WEEK
– 3. DAY (dag)
Hiermee schakelt u de zomertijdmodus uit.
Beschrijving
14-32