Richtlijnen papier
● Om papierstoringen te voorkomen, dient u volgende papiersoorten te vermijden:
– Gekreukeld of gevouwen papier
– Gekruld of opgerold papier
– Papier met een coating
– Gescheurd papier
– Vochtig papier
– Extra dun papier
– Papier waar met een thermische transferprinter op is afgedrukt
(maak ook geen kopie op de achterzijde).
● Op de volgende papiersoorten kan niet goed worden afgedrukt:
– Papier met een grove structuur
– Zeer glad papier
– Glanzend papier
● Zorg dat het papier vrij is van stof en vetvlekken.
● Zorg dat u het papier eerst test alvorens u grote hoeveelheden aanschaft.
● Bewaar het papier in de verpakking en op een vlakke ondergrond tot u het gaat
gebruiken. Bewaar geopende pakken papier in de oorspronkelijke verpakking,
op een koele, droge plaats.
● Papier moet worden bewaard bij een temperatuur van 18 tot 24 °C en een
luchtvochtigheid van 40 tot 60 %.
● Gebruik alleen transparanten die zijn ontworpen voor gebruik in laserprinters.
Canon raadt u aan Canon-transparanten te gebruiken in dit apparaat.
3-4