1. Voor gebruik dient U te controleren of het vacuümsysteem goed werkt. Deze test moet U
als volgt uitvoeren:
a. U plaatst het apparaat op een glasplaat of ander luchtdicht plaatmateriaal.
b. U schakelt het apparaat aan en wacht tot het akoestisch signaal stopt en
vervolgens de vacuümpomp stopt. Op dat moment moeten de vacuümmeters
minimaal - 0.7 bar aangeven.
c. Vanaf dit moment mag de vacuümpomp "ten hoogste" enkele seconden per
minuut bijpompen, is dit vaker of langduriger neem contact op met de leverancier.
d. Laat met de los/vast kraan een kleine hoeveelheid lucht ontsnappen (gedeeltelijk
openen) waardoor de vacuümmeter terug loopt tot onder de –0.6 (het rode vlak).
Op het moment dat de wijzer het rode vlak bereikt moet het signaal klinken, is dit
anders neem contact op met de leverancier.
2. Het apparaat moet voldoende geladen zijn. Tijdens het laden brand het lampje, accu
vol, lamp uit ! Omdat dit systeem 2 volledige separaat werkende vacuüm systemen
heeft moet u ook beide systemen apart laden bij punt 10.
3. Controleer voor gebruik de rubber randen van de zuignap op scheurtjes of slijtage,
zonodig vervangen.
4. Controleer voor gebruik of de slangen goed bevestigd zijn en geen knikken of scheuren
vertonen.
5. Reinig de rubbers regelmatig, met het juiste reinigingsmiddel. Hiervoor kunt U
schoonmaak azijn gebruiken maar de leverancier kan ook een speciale reiniger leveren
in een spray flesje.
6. U dient het apparaat veilig te stallen, gebruik de bescherm hoezen of plaat voor de
nappen.
7. Bij deze vacuummachine moet minimaal 1 keer per jaar een verticale trekproef zijn
uitgevoerd met een belasting van 2 keer het maximaal toelaatbare gewicht, uitgevoerd
door een deskundige.
Onderhoudsvoorschriften en testen: