Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mercedes-Benz C117 CLA 2013 Handleiding pagina 213

Inhoudsopgave

Advertenties

Rijsystemen
210
Als vanaf een snelheid van circa 30 km/h in
het controlegebied van de dodehoekassis-
tent een voertuig wordt herkend, brandt
waarschuwingslampje : aan de betreffende
zijde rood. De waarschuwing wordt altijd
gegeven als een voertuig van achteren en van
opzij in het controlegebied van de dodehoe-
kassistent rijdt. Als een voertuig wordt inge-
haald, wordt alleen een waarschuwing gege-
ven als het snelheidsverschil kleiner dan
12 km/h is.
Als de achteruitversnelling wordt ingescha-
keld, dooft het gele controlelampje. De dode-
hoekassistent is dan niet actief.
De helderheid van het controle-/waarschu-
wingslampje wordt afhankelijk van het omge-
vingslicht automatisch geregeld.
Botswaarschuwing
Als een voertuig wordt herkend in het con-
trolegebied van de dodehoekassistent en de
betreffende richtingaanwijzer wordt inge-
schakeld, klinkt eenmaal een dubbel waar-
schuwingssignaal. Het rode waarschuwings-
lampje : knippert. Als de richtingaanwijzer
ingeschakeld blijft, worden herkende voertui-
gen weergegeven door het knipperen van het
rode waarschuwingslampje :. Er vindt geen
verdere akoestische melding plaats.
Dodehoekassistent inschakelen
In de boordcomputer moet de dodehoe-
X
kassistent ingeschakeld zijn
(
pagina 231).
Y
De sleutel in het contactslot in stand 2
X
draaien.
De waarschuwingslampjes : in de buiten-
spiegel branden circa 1,5 seconde rood en
vervolgens geel.
Rijden met een aanhangwagen
Als een aanhangwagen wordt aangekoppeld,
controleren of de elektrische verbinding cor-
rect tot stand is gebracht. Dit is mogelijk door
het controleren van de verlichting van de aan-
hangwagen. De dodehoekassistent is dan uit-
geschakeld. De controlelampjes in de buiten-
spiegels branden geel en op het multifunctio-
neel display verschijnt de melding
kassistent nu niet beschikbaar zie
kassistent nu niet beschikbaar zie
handleiding.
handleiding
i
De controlelampjes in de buitenspiegels
kunnen worden uitgeschakeld.
Daartoe moet de dodehoekassistent wor-
den uitgeschakeld, wanneer:
de sleutel in het contactslot in stand 2
R
staat
de motor niet draait
R
er een elektrische verbinding met de aan-
R
hangwagen gemaakt is.
Spoorassistent
Algemene aanwijzingen
De spoorassistent bewaakt het gebied vóór
de auto met een bovenaan achter de voorruit
bevestigde camera :. Als de actieve spoo-
rassistent rijstrookmarkeringen op de weg
herkent, kan deze waarschuwen voor het
ongewild verlaten van de rijstrook.
De functie is in het snelheidsbereik tussen
60 km/h en 200 km/h beschikbaar.
Er volgt een waarschuwing wanneer u met
een voorwiel over de rijstrookmarkering rijdt.
U wordt dan gedurende maximaal
1,5 seconde gewaarschuwd door onderbro-
ken trillen in het stuurwiel.
Dodehoe‐
Dodehoe‐

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave