RATING STROOMONDERBREKER / MAXIMUM VERMOGEN
Stroomgroepgeleiders en aardingsdraad
• Raadpleeg de lokale elektrische voorschriften om de juiste geleiders en de juiste maat aardingsdraad te selecteren
voor de gekozen stroomonderbreker.
• De kabeldoosklemmen van de Wall Connector zijn geschikt voor gevlochten draad met een maat van 4 mm
2
mm
of massieve draad van 1,5 mm
draadmaat die voldoet aan de lokale regelgeving, mogelijk rekening houdend met stroomsterkte, afstand en andere
plaatselijke omstandigheden.
OPMERKING: Als u gevlochten bedrading gebruikt die kleiner is dan 4 mm
juiste maat zodat deze veilig kan worden afgesloten.
• Bij locaties met meerdere Wall Connectors moet elke Wall Connector zijn eigen stroomgroep en speciale
stroomonderbreker hebben.
• Gebruik voor installaties buitenshuis waterdichte fittingen bij het bevestigen van voedingsdraden aan de kabeldoos.
• Voor deze installatiehandleiding worden IEC-standaardkleuren gebruikt voor L1, L2, L3, N en PE. Sommige regio's
gebruiken mogelijk andere gestandaardiseerde kleuren.
Aardaansluitingen
Wall Connector moet een aardingspad hebben terug naar het aardingspunt van de hoofdapparatuur ter plaatse. Zonder
een goede aardaansluiting laadt de Wall Connector een voertuig niet op tijdens een aardingstest. De aardgeleider van de
apparatuur moet samen met de circuitgeleiders lopen en worden aangesloten op de aardingsklem van de apparatuur in
de kabeldoos. Installeer een aardingsdraad met een maat volgens de lokale elektrische voorschriften.
OPMERKING: Om TT- en IT-netten te ondersteunen, kan aardzekering worden uitgeschakeld als onderdeel van het
inbedrijfstellingsproces. Aardzekering moet altijd zijn ingeschakeld voor TN-netten.
Handleiding Gen 3 Wall Connector
2
2
tot 25 mm
. De installateur is verantwoordelijk voor het selecteren van een
2
, gebruik dan een adereindhuls met de
2
tot 25
10