Met DIP-schakelaars (A) kunnen de volgende functies worden geactiveerd (ON) of
worden gedeactiveerd (OFF).
• Manuele modus (DIP-schakelaar 1)
• Maximumtemperatuurbegrenzing (DIP-schakelaar 2)
• Vorstbescherming (DIP-schakelaar 3)
• Minimumtemperatuurbegrenzing (DIP-schakelaar 4)
Met de onderste potentiometer (B) wordt de temperatuur in °C voor de maxi-
mum- of minimumtemperatuurbegrenzing ingesteld.
Met de bovenste potentiometer (C) wordt het inschakeltemperatuurverschil in K
ingesteld.
3.3
Inschakeltemperatuurverschil
C
De regelaar stelt het temperatuurverschil tussen tem-
peratuursensoren S1 en S2 vast. Zodra het verschil
groter is dan of gelijk is aan de op potentiometer C
ingestelde nominale waarde, schakelt de regelaar het
relais in. De bedrijfscontrole-LED wordt groen verlicht.
Wanneer het temperatuurverschil 1,6 K lager is dan de
Instelbereik: 2 ... 16 K
nominale waarde (niet-instelbare hysterese), schakelt
Fabrieksinstelling: 6 K
de regelaar het relais weer uit. De bedrijfscontro-
le-LED wordt rood verlicht.
3.4
Manuele modus
ON
ON
ON
A
Voor ingebruikname of onderhoudswerkzaamheden
1
2
3
4
OFF
kan via de manuele modus het relais continu worden
1
4
2
3
ingeschakeld. De manuele modus wordt met DIP-scha-
OFF
1
4
2
3
kelaar 1 geactiveerd en gedeactiveerd. Wanneer de ma-
OFF
nuele modus actief is, knippert de bedrijfscontrole-LED
groen.
In de fabriek gedeactiveerd
(DIP-schakelaar in stand OFF)
Regelaar in automatische modus
3.5
Maximumtemperatuurlimiet
ON
ON
Met DIP-schakelaar 2 wordt de temperatuurbegren-
A
B
zing als maximumtemperatuurbegrenzing geactiveerd.
De begrenzingstemperatuur wordt op potentiometer
1
2
3
4
1
2
3
4
OFF
B ingesteld. De referentiesensor is de op klemmen S2
OFF
aangesloten sensor. Als de boilertemperatuur de in-
gestelde maximumtemperatuur van de boiler bereikt,
wordt een verdere lading van de boiler voorkomen
en dus een schadelijke oververhitting voorkomen.
In de fabriek geactiveerd
ON
(DIP-schakelaar in stand ON)
Wanneer de maximumboilertemperatuur wordt over-
1
2
3
4
OFF
schreden, knippert de bedrijfscontrole-LED rood.
Instelbereik: 20 ... 90 °C
Fabrieksinstelling: 60 °C
3.6
Vorstbeveiligingsfunctie
ON
ON
Met DIP-schakelaar 3 wordt een vorstbeschermings-
A
functie geactiveerd. De vorstbeschermingsfunctie acti-
veert het oplaadcircuit tussen collector en boiler, wan-
1
2
3
4
OFF
1
2
3
4
neer de collectortemperatuur lager is dan +4 °C. Zo
OFF
wordt het warmtedragend medium beschermd tegen
bevriezen en indikken. Wanneer de temperatuur op S1
+5 °C bereikt, schakelt de pomp weer uit.
Wanneer de vorstbeschermingsfunctie actief is, knip-
In de fabriek gedeactiveerd
pert de bedrijfscontrole-LED groen.
(DIP-schakelaar in stand OFF)
Aanwijzing
Omdat voor deze functie alleen de beperkte hoeveelheid warmte van de
boiler ter beschikking staat, dient de vorstbeveiligingsfunctie alleen in ge-
bieden te worden toegepast, waar slechts enkele dagen per jaar tempera-
turen rond het vriespunt worden bereikt.
7