Samenvatting van Inhoud voor Resol DeltaSol BS Plus
Pagina 1
2 Handboek voor de vakman Montage Aansluiting Bediening Fouten opsporen Systeemvoorbeelden Hartelijk dank voor de aankoop van dit RESOL-apparaat. Handboek Lees deze handleiding zorgvuldig door om optimaal gebruik te kunnen maken van dit apparaat. Bewaar deze handleiding zorgvuldig. www.resol.com...
Pagina 2
Veiligheidsrichtlijnen Doelgroep Neem deze veiligheidsrichtlijnen precies in acht om gevaren en schade voor mensen Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor geautoriseerde vakmensen. en waardevolle voorwerpen uit te sluiten. Elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden door elek- tromonteurs. Voorschriften De eerste inbedrijfstelling dient te worden uitgevoerd worden door de fabrikant van de installatie of door een door hem benoemd vakkundig persoon.
• Gebruiksvriendelijk door eenvoudige bediening totaal schakelvermogen: 2 A 240 V~ • Systeembewakingsdisplay Voeding: 100 – 240 V~ (50 – 60 Hz) • Controle van het systeem via RESoL Service Center-software mogelijk Soort aansluiting: Y • Montagevriendelijke behuizing in prachtig design Stand-by: 0,38 W •...
Installatie Montage WAARSCHU- Elektrische schok! WING! Bij geopende behuizing liggen spanningsvoerende onderdelen bloot! Î Koppel telkens voordat u de behuizing opent, het apparaat alpolig los van het net! Aanwijzing: Sterke elektromagnetische velden kunnen de werking van de regelaar nadelig beïnvloeden. Î...
Gebruik het toestel niet wanneer u zichtbare beschadigingen vaststelt! Datacommunicatie / bus De voedingsspanning moet 100 … 240 V~ (50 … 60 Hz) bedragen. Flexibele kabels De regelaar is voorzien van een RESoL VBus voor datacommunicatie en voor ® moeten met de meegeleverde trekontlastingen en de bijbehorende schroeven op energievoorziening van externe modules.
overzicht van de installatieschema's Installatie 1 Als de warmteverbruiksmeting (OWMZ) is geactiveerd, moet S4 als terugstroom- De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boiler- sensor worden gebruikt. sensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakeltempe- ratuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de boiler Als de drainback-optie (ODB) is geactiveerd, kan relais 2 voor het activeren van geladen tot het uitschakeltemperatuurverschil (DT A) of de maximumtemperatuur...
Pagina 9
Weergavekanalen Instelkanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina INIT x* ODB-initialisatie actief x Optie minimumlimiet collector x* ODB-vultijd actief x* Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] STAB x* ODB-stabilisatie actief x Optie antivries x Temperatuur collector x* Antivriestemperatuur 4.0 °C [40.0 °F] x Temperatuur boiler x Optie buiscollector...
Pagina 10
Installatie 2 De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boiler- Er wordt een warmte-uitwisseling tussen boiler 1 en boiler 2 door relais 2 uitgevoerd sensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakeltempe- als het temperatuurverschil tussen de sensoren S3 en S4 groter is dan of gelijk is ratuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de boiler aan het ingestelde inschakeltemperatuurverschil (DT3E), tot de ingestelde minimale...
Pagina 11
Weergavekanalen Instelkanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina INIT x* ODB-initialisatie actief x* Antivriestemperatuur 4.0 °C [40.0 °F] x* ODB-vultijd actief x Optie buiscollector STAB x* ODB-stabilisatie actief RKAN x* ORK starttijd 07:00 x Temperatuur collector RKEN x* ORK eindtijd 19:00 TSP1 x Temperatuur boiler 1 beneden...
Pagina 12
Systeemspecifieke functies U hebt de volgende instellingen nodig voor de specifieke functies in installatie 2. ∆t -regeling voor de warmte-uitwisseling tussen 2 boilers toerentalregeling Dt3S ANS3 Dt3E Dt3A Ingesteld temperatuurverschil Stijging Inschakeltemperatuurversch. Uitschakeltemperatuurversch. Instelbereik: Instelbereik: 1 … 20 K [2 … 40 °Ra] Instelbereik: Instelbereik: 1.5 …...
Pagina 13
toerentalregeling Minimumtemperatuurlimiet Referentiesensor voor de minimumtemperatuurlimiet is sensor 3. Door de minimumtemperatuurlimiet kan een minimumtemperatuur worden ingesteld voor de warmtebron in installatie 2. Daalt de temperatuur bij sensor 3 onder MN3E, dan schakelt relais 2 uit tot de temperatuur bij sensor 3 MN3A weer overschrijdt.
Pagina 14
Installatie 3 De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- Deze functie kan optioneel met maximaal drie instelbare tijdframes worden ge- lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakeltem- combineerd. Sensor S3 kan optioneel ook worden gebruikt als referentiesensor voor de ther- peratuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de boiler mische desinfectiefunctie (OTD) of de optie nooduitschakeling boiler (OSNO).
Pagina 15
Weergavekanalen Instelkanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina INIT x* ODB-initialisatie actief x Optie antivries x* ODB-vultijd actief x* Antivriestemperatuur 4.0 °C [40.0 °F] STAB x* ODB-stabilisatie actief x Optie buiscollector x Temperatuur collector RKAN x* ORK starttijd 07:00 TSPU x Temperatuur boiler 1 beneden...
Pagina 16
Systeemspecifieke functies De volgende instelling hebt u nodig voor de specifieke functies in installatie 3. De beschreven kanalen zijn in geen enkele andere installatie beschikbaar. thermostaatfunctie Bijverwarming Gebruik van overtollige warmte NH E NH A Thermostaatinschakeltemp. Thermostaat-uitschakeltemp. Instelbereik: Instelbereik: 0.0 … 95.0 °C [30.0 … 200.0 °F] 0.0 …...
Pagina 17
thermische desinfectie van het bovenste gedeelte van het bedrijfswater Als tijdens DDES de temperatuur bij S3 tDES met meer dan 5 K [10 °Ra] over- schrijdt, wordt relais 2 uitgeschakeld tot de temperatuur weer onder tDES + 2 K [4 °Ra] daalt. Als de temperatuur bij S3 onder tDES daalt, begint de verwarmingsperiode op- nieuw.
Pagina 18
Installatie 4 De voorrangslogica laadt, indien mogelijk, eerst het bovenste gedeelte van de boiler. De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen de collectorsensor S1 en de boilersensoren S2 en S3. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan de telkens De 3-wegklep wordt in dat geval door relais 2 geschakeld.
Pagina 19
Weergavekanalen Instelkanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina x Temperatuur collector x Optie antivries TSPU x Temperatuur boiler 1 beneden x* Antivriestemperatuur 4.0 °C [40.0 °F] TSPO x Temperatuur boiler 1 boven PRIO x Voorrang x Temperatuur sensor 4 x Laadpauze (pendelladelogica) 2 min x* Temperatuur terugstroomsensor...
Installatie 5 schakelt relais 2 de 3-wegklep. De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en de boi- Sensor S4 kan optioneel voor meetdoeleinden worden aangesloten. lersensoren S2 en S3. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan de telkens ingestelde Als de warmteverbruiksmeting (OWMZ >) is geactiveerd, moet S4 als terugstroom- inschakeltemperatuurverschillen (DT1E / DT2E), wordt de zonnepomp door relais 1 sensor worden gebruikt.
Pagina 21
Weergavekanalen Instelkanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina x Temperatuur collector x* Antivriestemperatuur 4.0 °C [40.0 °F] TSP1 x Temperatuur boiler 1 beneden PRIO x Voorrang TSP2 x Temperatuur boiler 2 beneden x Laadpauze (pendelladelogica) 2 min x Temperatuur sensor 4 tUMW x Circulatietijd (pendelladelogica) 15 min...
Pagina 22
Installatie 6 Der regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en de mumtemperatuur van de boiler (S1MX / S2MX) is bereikt. De voorrangslogica laadt, boilersensoren S2 en S3. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan de telkens indien mogelijk, eerst de in PRIO geselecteerde voorrangsboiler.
Pagina 23
Weergavekanalen Instelkanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina x Temperatuur collector x* Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] TSP1 x Temperatuur boiler 1 beneden x Optie antivries TSP2 x Temperatuur boiler 2 beneden x* Antivriestemperatuur 4.0 °C [40.0 °F] x Temperatuur sensor 4 PRIO x Voorrang...
Pagina 24
Installatie 7 Sensor S4 kan optioneel voor meetdoeleinden worden aangesloten of worden De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen de collectorsensoren S1 en S3 en boilersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde gebruikt als referentiesensor voor de optie nooduitschakeling boiler (OSNO). inschakeltemperatuurverschil (DT E), worden één of beide zonnepompen door relais 1 en / of relais 2 geactiveerd en de boiler geladen tot het uitschakeltempera- tuurverschil (DT A) of de maximumtemperatuur van de boiler (S MX) is bereikt.
Pagina 25
Weergavekanalen Instelkanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina KOL1 x Temperatuur collector 1 KMN2 x* Minimumtemperatuur collector 2 10 °C [50 °F] x Temperatuur boiler OKF1 x Optie antivries collector 1 KOL2 x Temperatuur collector 2 KFR1 x* Antivriestemperatuur collector 1 4.0 °C [40.0 °F] x Temperatuur sensor 4 OKF2...
Pagina 26
Installatie 8 De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- Een vaste brandstofketel wordt door relais 2 aangestuurd als het temperatuur- lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakeltem- verschil tussen de sensoren S4 en S3 groter is dan of gelijk is aan het ingestelde peratuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de boiler inschakeltemperatuurverschil (DT3E) tot de ingestelde minimum- (MN3E) en geladen tot het uitschakeltemperatuurverschil (DT A) of de maximumtemperatuur...
Pagina 27
Weergavekanalen Instelkanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina INIT x* ODB-initialisatie actief x* Antivriestemperatuur 4.0 °C [40.0 °F] x* ODB-vultijd actief x Optie buiscollector STAB x* ODB-stabilisatie actief RKAN x* ORK starttijd 07:00 x Temperatuur collector RKEN x* ORK eindtijd 19:00 TSPU x Temperatuur boiler 1 beneden...
Pagina 28
Systeemspecifieke functies U hebt de volgende instellingen nodig voor de specifieke functies in installatie 8. toerentalregeling ∆t -regeling voor de bijverwarming door een vaste brandstofketel Dt3S ANS3 Dt3E Dt3A Ingesteld temperatuurverschil Stijging Inschakeltemperatuurversch. Uitschakeltemperatuurversch. Instelbereik: Instelbereik: 1 … 20 K [2 … 40 °Ra] Instelbereik: Instelbereik: 1.5 …...
Pagina 29
Minimumtoerental Minimumtemperatuurlimiet n2MN: MN3E MN3A Toerentalregeling Minimumtemperatuurlimiet Minimumtemperatuurlimiet Instelbereik: 30 … 100 Instelbereik: 0.0 … 90.0 °C Instelbereik: 0.0 … 90.0 °C Stapgrootte: 5 % [30.0 … 190.0 °F] [30.0 … 190.0 °F] Fabrieksinstelling: 30 Fabrieksinstelling (alleen als ANL = 8): Fabrieksinstelling (alleen als ANL = 8): Met het instelkanaal n2MN kan aan uitgang R2 een relatief minimumtoerental 60.0 °C [140.0 °F]...
Pagina 30
Installatie 9 Een verhoging van de terugstroom van de verwarmingscircuit wordt door relais 2 De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakeltem- geactiveerd als het temperatuurverschil tussen de sensoren S3 en S4 groter is dan of peratuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de boiler gelijk is aan het ingestelde inschakeltemperatuurverschil (DT3E).
Pagina 31
Weergavekanalen Instelkanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina INIT x* ODB-initialisatie actief RKAN x* ORK starttijd 07:00 x* ODB-vultijd actief RKEN x* ORK eindtijd 19:00 STAB x* ODB-stabilisatie actief RKLA x* ORK looptijd 30 s x Temperatuur collector RKSZ x* ORK stilstandtijd 30 min...
Pagina 32
Installatie 10 Om veiligheidsredenen vindt de afvoer van overtollige warmte alleen plaats zolang De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boiler- de boilertemperatuur onder de niet instelbare nooduitschakeltemperatuur van sensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakeltempe- 95 °C [200 °F] ligt.
Pagina 33
Weergavekanalen Instelkanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina x Temperatuur collector MED% x* Antivriesgehalte (alleen als MEDT = propyleen of 45 % ethyleen) x Temperatuur boiler HND1 x Handbediening R1 Auto x Temperatuur sensor 3 HND2 x Handbediening R2 Auto TSPO Temperatuur boiler boven...
Bediening en werking Systeembewakingsdisplay Instelknoppen Systeembewakingsdisplay ê Bedrijfsstatus-LED Het systeembewakingsdisplay bestaat uit 3 gedeelten: de kanaalweergave, de 1 Vooruit (+) symbolenbalk en het systeemscherm (actief installatieschema). 2 Terug (-) 3 � (Selectie / Kanaalweergave bevestiging) De regelaar wordt via de 3 drukknoppen onder het display bediend. De kanaalweergave bestaat uit 2 regels.
Systeemscherm Knippercodes Het systeemscherm (actief installatieschema) toont het in de regelaar geselecteerde Systeemscherm-knippercodes installatieschema. Het bestaat uit meerdere systeemcomponentensymbolen die • De pompen knipperen als het betreffende relais actief is afhankelijk van de status van de installatie knipperen, continu of verborgen worden •...
Inbedrijfstelling Het inbedrijfstellingsmenu bevat de volgende 6 instelkanalen: 1. taal Vooruit (+) Î Stel de gewenste menutaal in dit kanaal in Terug (-) Taalkeuze � ( Selectie / Keuze: dE, En, Fr bevestiging ) Fabrieksinstelling: dE De drie instelknoppen van de BS Plus-regelaar 2.
Pagina 37
Bevestig de veiligheidsvraag alleen als het installatieschema daadwerkelijk moet worden gewijzigd! Bevestiging Veiligheidsvraag: Het inbedrijfstellingsmenu afsluiten Î Druk om de veiligheidsvraag te bevestigen op Na het laatste kanaal van het inbedrijfstellingsmenu knop 3 wordt om een bevestiging van de in het inbedrijfstel- lingsmenu uitgevoerde instellingen gevraagd.
Kanaaloverzicht Weergavekanalen Weergave van de collectortemperaturen Aanwijzing: Welke waarden en instelkanalen worden weergegeven, hangt af van het ge- selecteerde installatieschema, de ingestelde opties en functies. Er worden al- leen kanalen weergegeven die bij de individuele instellingen beschikbaar zijn. Weergave van de drainback-perioden KoL, KoL1, KoL2 Collectortemperatuur Initialisatie...
Pagina 39
Weergave van de sensoren 3 en 4 Weergave van het huidige pomptoerental S3, S4 n %, n1 %, n2 % Sensortemperaturen Huidig pomptoerental Weergavebereik: -40 … +260 °C [-40 … +500 °F] Weergavebereik: 30 … 100 % Deze kanalen geven de temperaturen bij de betreffende extra sensoren weer Geeft het huidige pomptoerental van de betreffende pomp weer.
Pagina 40
Weergave van de thermische desinfectie Weergave van de tijd CDES ZEIt Countdown van de controleperiode Geeft de huidige tijd weer. Weergavebereik: 0 … 30:0 … 24 (dd:hh) Î Om het uur te kunnen instellen, houdt u knop 3 twee seconden lang ingedrukt Als de optie thermische desinfectie (otD) is geactiveerd en de controleperiode Î...
Instelkanalen ∆t -regeling Installatiekeuze Dt E / Dt1E / Dt2E / Dt3E Installatiekeuze. Inschakeltemperatuurversch. Instelbereik: 1 … 10 Instelbereik: 1.0 … 20.0 K [2.0 … 40.0°Ra] Fabrieksinstelling: 6.0 K [12.0°Ra] Fabrieksinstelling: 1 In dit kanaal kan een voorgedefinieerd installatieschema worden gekozen. Elk De regelaar werkt als standaard temperatuurverschilregelaar.
Pagina 42
toerentalregeling Aanwijzing: Als niet-toerentalgeregelde verbruikers (bv. ventielen) worden aange- sloten, moet het minimale toerental voor het betreffende relais worden ingesteld op 100. Maximumtemperatuur boiler Dt S / Dt1S / Dt2S / Dt3S: ANS / ANS1 / ANS2 / ANS3: Ingesteld temperatuurverschil Stijging Instelbereikh: 1.5 …...
Pagina 43
optie nooduitschakeling boiler Koelfuncties Onderstaand worden de 3 koelfuncties – collectorkoeling, systeemkoeling en boilerkoeling – nader beschreven. De volgende aanwijzingen gelden voor alle 3 koelfuncties: Aanwijzing: De koelfuncties worden niet actief, zolang een zonnelading mogelijk is. oSNo Instelbereik: ON, OFF Aanwijzing: Fabrieksinstelling: OFF In 2-Boiler-systemen werken de koelfuncties alleen voor boiler 1 resp.
Pagina 44
Aanwijzing: Boilerkoelfunctie In installatie 10 is de parameter KMX zelfstandig zonder de oKK-functie beschikbaar. In installatie 10 wordt KMX als activeringstemperatuur ge- bruikt voor de afvoer van overtollige warmte. In dat geval is geen andere inschakelvoorwaarde nodig. Systeemkoelfunctie oSpK: oURL: Boilerkoeling Stand-by-koeling vakantie Instelbereik: OFF / ON...
Pagina 45
optie minimumlimiet collector optie antivries KFR / KFR1 / KFR2: oKF / oKF1 / oKF2: oKN / oKN1 / oKN2: KMN / KMN1 / KMN2: Antivriestemperatuur Antivriesfunctie Minimumlimiet collector Min.temperatuur collector Instelbereik: Instelbereik: OFF / ON Instelbereik: OFF / ON Instelbereik: -40.0 …...
Pagina 46
De voorrangslogica temperatuurverschil spreidingslading (alleen beschikbaar als PRIO SE 1 of SE 2 is ingesteld) pRIo DtSp Voorrang Temperatuurverschil spreidingslading Instelbereik: SE 1, SE 2, Su 1, Su 2, 0, 1, 2 Instelbereik: 20 … 90 K [40 … 160 °Ra] Fabrieksinstelling: ANL 4: 2;...
Pagina 47
Zodra aan de inschakelvoorwaarden van de voorrangsboiler wordt voldaan, wordt Deze functie dient om de nadelen te compenseren die door de ongunstige sen- deze geladen. Als niet aan de inschakelvoorwaarden van de voorrangsboiler wordt sorpositionering in enkele buiscollectoren ontstaan. De buiscollectorfunctie werkt voldaan, wordt de lading van de boiler lager in rang voortgezet.
Pagina 48
Aanwijzing: De drainback-optie is alleen beschikbaar in installaties met een boiler en een collector (ANL 1, 2, 3, 8 en 9). MED%: Antivriesconc. in vol-% (MED% wordt verborgen als MEDT 0 of 3 is ingesteld.) Instelbereik: 20 … 70 % Fabrieksinstelling: 45 % Als oWMZ wordt geactiveerd, kan de gewonnen hoeveelheid warmte worden Drainback-optie...
Pagina 49
Vultijd Bedrijfsmodus tFLL HND1 / HND2 Vultijd Bedrijfsmodus instelbereik: OFF, Auto, ON Instelbereik: 1.0 … 30.0 min Fabrieksinstelling: Auto Fabrieksinstelling: 5.0 min Voor controle- en onderhoudswerkzaamheden kan de bedrijfsmodus van het relais In parameter tFLL kan de vultijd worden ingesteld. Tijdens de vultijd draait de handmatig worden ingesteld.
Pagina 50
taal Reset RESE Taalkeuze Resetfunctie Keuze: dE, En, Fr Met de resetfunctie kunnen alle instellingen worden gereset naar de fabrieksinstel- Fabrieksinstelling: dE lingen. In dit kanaal kan de taal van het menu worden gekozen. Î Om een reset uit te voeren, drukt u op knop 3 •...
Controleer de oorzaak en herstel evt. defect. Deze wordt na het verwij- de stroomvoorziening. Weerstandswaarden van de Pt1000-sensoren deren van de afschermplaat toegan- kelijk en kan door de meegeleverde reservezekering worden vervangen. Aanwijzing Voor antwoorden op vaak gestelde vragen (FAQ) zie www.resol.com.
Pagina 52
De pomp loopt warm, maar er is geen warmtetransport van de collector naar de De pomp draait korte tijd, schakelt uit, schakelt weer in, enz. („pendelen“) boiler, de voor- en terugloop zijn even warm, eventueel ook borrelen in de leiding. Temperatuurverschil bij de rege- Zit er lucht in het systeem? Ontlucht het systeem, breng...
Pagina 53
De boilers koelen 's nachts af Controleer de terugslagklep in de Controleer ook andere pompen die Draait de pomp van het collector- warmwatercirculatie - ok met de zonneboiler verbonden zijn. circuit 's nachts? Controleer de regelfunctie Reinigen resp. vervangen. De zwaartekrachtcirculatie in de De temperatuur van de collector van de pomp open, anders gesloten;...
DL2 naar een PC kan ook en bedrijfsveiligheid van de installatie optimaal gewaarborgd. een SD-kaart worden gebruikt. De DL2 is geschikt voor alle regelaars met RESOL VBus en kan direct op een PC of een router voor bediening op afstand worden ®...
Pagina 56
Voor het gebruik buiten het auteursrecht om is tekeningen en teksten uit, deze dienen slechts als voorbeeld. Als gegevens uit deze toestemming nodig van de firma RESOL – Elektronische Regelungen GmbH. handleiding worden gebruikt of toegepast, dan gebeurt dit uitdrukkelijk op eigen risico Dit geldt in het bijzonder voor reproducties/kopieën, vertalingen, microfilms en de...