Inhoudsopgave
Advertenties
Afbeelding 24
1. Stelkam tractie
6. Draai de borgmoer vast waardoor de afstelling
wordt vastgezet.
7. Schakel de motor uit. Verwijder de stutten en
laat de motor op de vloer zakken. Maak een
testrit met de machine om er zeker van te zijn
dat deze niet kruipt.
HET AFSTELLEN VAN HET
PEDAAL VOOR DE VOOR-
WAARTSE VOORTBEWEGING
(Afb. 25)
Het pedaal moet worden afgesteld voor de
voorwaartse voortbeweging indien de contramoeren
op de besturingsstang los zijn geweest of indien het
pedaal is verwijderd.
1. Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak en schakel de motor uit.
2. Zorg ervoor dat de pomp in de neutraalstand
staat.
3. Draai de contramoeren op de besturingsstang
los.
4. Trap de voorkant van het pedaal in totdat de
pedaalstang op de voetsteun komt. Zet de
contramoeren vast.
Afbeelding 25
1. Besturingsstang
HET AFSTELLEN VAN DE
HENDEL VAN HET
KANTELBARE STUURWIEL
Indien de hendel voor het kantelen van het stuurwiel
niet op slot gaat nadat het stuur in positie is gezet,
dient de hendel afgesteld te worden.
1. Draai de tapbout los waarmee de hendel aan de
borgpen wordt is bevestigd.
2. Haal de hendel van de zeskantige moer op de
borgpen omhoog. Draai de hendel tegen de
wijzers van de klok in naar de volgende moer op
de pen.
3. Druk de hendel op de moer van de borgpen en
zet hem vast met behulp van een tapbout.
4. Controleer de afstelling en herhaal deze indien
nodig.
Afbeelding 26
1. Hendel
Onderhoud
Advertenties
Inhoudsopgave
