FUNC.
(
25)
CAMERA SETUP/Instelling camera
WIDESCREEN
ingeschakeld
1
Druk op
FUNC.
.
2
Selecteer met (
en druk op (
instellingsmenu's te openen.
3
Selecteer met (
[CAMERA SETUP/INSTELLING
CAMERA] en druk op (
4
Selecteer met (
[WIDESCREEN/BREEDBEELD] en
druk op (
).
5
Selecteer met (
instellingsoptie en druk op (
De standaard is breedbeeldopnamen
(16:9). Stel deze optie in op [
UIT] als u scènes wilt opnemen met een
hoogte/breedteverhouding van 4:3.
6
Druk op
FUNC.
om het menu te
sluiten.
OPMERKINGEN
• Een breedbeeldopname afspelen: TV-toestellen
die compatibel zijn met het systeem WSS,
schakelen automatisch over op de
breedbeeldstand (16:9). In andere gevallen
moet u de hoogte/breedteverhouding van
uw TV handmatig wijzigen.
• Als u opnamen wilt afspelen op een TV met
een normale hoogte/breedteverhouding
(4:3), verander dan dienovereenkomstig de
optie [TV TYPE/TV-TYPE] (
Standaardwaarde
ON /Breedbeeld
) het pictogram
) om de
) de optie
).
) de optie
) een
).
OFF/
50).
Zoomen
WAAR U OP MOET LETTEN
: Behalve de optische zoom
is ook digitale zoom beschikbaar
(
44).
W
T
Uitzoomen
10x optische zoom
Verplaats de zoomregelaar naar
uit te zoomen (groothoek). Verplaats de
zoomregelaar naar
(telepositie).
U kunt ook de zoomsnelheid wijzigen
(
45). U kunt een keus maken uit drie
vaste zoomsnelheden of een variabele
snelheid kiezen die afhangt van de wijze
waarop u de zoomregelaar bedient: Druk
zachtjes voor een langzame zoom; druk
harder voor een snellere zoom.
OPMERKINGEN
• Houd tot het onderwerp een afstand van
ten minste 1 meter aan. Bij volledige
groothoek kunt u tot op niet minder dan
1 cm op een onderwerp scherpstellen.
(
23)
W
T
Inzoomen
om
om in te zoomen
35
NL