BELANGRIJK
• Als het kaarttoegangsdisplay (
het scherm wordt weergegeven, en de
CARD-indicator (kaarttoegangsindicator)
brandt of knippert, moet u zich aan de
hieronder genoemde voorschriften
houden. U kunt uw gegevens anders
voorgoed kwijtraken.
- Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten.
- Open de afdekking van de
geheugenkaartsleuf niet en verwijder de
geheugenkaart niet.
- Ontkoppel de stroombron niet en zet de
camcorder niet uit.
- Wijzig de stand van de schakelaar
/
of de bedieningsstand niet.
• De volgende foto's worden mogelijk niet
goed weergegeven:
- Foto's die niet met deze camcorder zijn
gemaakt.
- Foto's die zijn bewerkt op een computer
of die zijn geupload vanaf een computer.
- Foto's waarvan de bestandsnamen zijn
gewijzigd.
Diashow
SLIDESHOW/Diashow
FUNC.
(
24)
1
Druk op
FUNC.
.
2
Selecteer met (
[
SLIDESHOW/DIASHOW] en
druk op (
).
3
Selecteer met (
[START] en druk op (
• Foto's worden na elkaar
weergegeven.
• Druk op
FUNC.
stoppen.
) op
) de optie
) de optie
).
om de diashow te
Indexscherm
1
Verplaats de zoomregelaar naar
Het indexscherm voor foto's
verschijnt.
2
Selecteer met (
• Verplaats het groene selectiekader
naar de foto die u wilt bekijken.
• Als u veel foto's hebt, vindt u het
wellicht gemakkelijker om door alle
indexpagina's te bladeren.
Verplaats de zoomregelaar dan
naar
om het groene
selectiekader uit te breiden tot de
gehele pagina, en blader met
(
) door de indexpagina's.
Verplaats de zoomregelaar naar
als u weer wilt bladeren door
afzonderlijke foto's.
3
Druk op (
)
Het indexscherm wordt gesloten en
de geselecteerde foto verschijnt op
het scherm.
Foto's tijdens weergave vergroten
Foto's kunnen tijdens weergave tot 5x
worden vergroot.
1
Verplaats de zoomregelaar naar .
• De foto wordt tweemaal zo groot
weergegeven en er verschijnt een
kader dat de positie van het
vergrote gebied aanduidt.
.
,
) een foto.
(
23)
73
NL